250520 Lezen §3 herhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Welkom V2b!

Deze spullen heb ik nodig:

• iPad
• Pen
• Werkboek

Wat gaan we doen?

1. Lezen (10 min)
2. Herhalen tekstverbanden + signaalwoorden (5 min)
3. Oefenen! (20 min) 

Leerdoel

Ik weet wat tekstverbanden zijn.

Ik weet wat signaalwoorden zijn.

Deze tekstverbanden ken ik:

§3

Doel-middel 

Oorzakelijk (waardoor)

Redengevend (waarom)

Toegevend

Vergelijkend

Voorwaardelijk

§2

chronologisch

concluderend (gevolgtrekking)

opsommend

samenvattend (vat samen)

tegenstellend

toelichtend

Doel-middelverband

Een doel-middelverband geeft aan welk middel wordt gebruikt om een bepaald doel te behalen

Om erachter te komen wie mijn snoep gestolen heeft, moet ik een camera ophangen.

Signaalwoorden: om....te, door middel van, zodat

Oorzakelijk verband

Laat zien waardoor iets gebeurt. Je hebt hier zelf geen/weinig invloed op.

Dankzij de regen, hoefden we niet buiten te gymen. 

Signaalwoorden: daardoor, dankzij, doordat, als gevolg van

Redengevend verband

Geeft aan WAAROM iemand iets doet of vindt.

Ik begin liever later op school dan dat ik eerder uit ben, want dan kan ik langer in bed blijven liggen.

Signaalwoorden: want, daarom, omdat, dankzij

Toegevend verband

Geeft een andere kant van een zaak aan.

Ik trok de hele dag met de kinderen op, hoewel ik eigenlijk doodmoe was.

Ook al heb ik het druk, ik maak wel tijd voor een wandelingetje!

Signaalwoorden: desondanks, ook al, (al)hoewel

Voorwaardelijk verband

Geeft aan onder welke voorwaarden iets gebeurt.

Als jij een 10 haalt, dan trakteer ik!

Mits jij een 10 haalt, trakteer ik!

Tenzij jij een 9 of lager haalt, trakteer ik!

Signaalwoorden: als...dan, mits, tenzij, wanneer

Vergelijkend verband

Dit laat een overeenkomst of verschil tussen twee zaken zien.

Vergeleken met vorig jaar zijn de temperaturen in de Alpen nu een stuk hoger.

Signaalwoorden: In vergelijking met, net zoals...., meer/groter/beter dan

Opdracht

Opdracht

Lees de tekst uit je werkboek van blz. 19

Maak opdracht 1 > vul je antwoorden online in, dan worden ze gelijk nagekeken. Cursus 1 - §3

Klaar?

Oefen via de online methode: Cursus 1 > trainen > tekstverbanden/signaalwoorden