Koolwaterstoffen: Structuurformules

Koolwaterstoffen: Structuurformules
1 / 21
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Koolwaterstoffen: Structuurformules

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan je uitleggen wat koolwaterstoffen zijn en kan je hun structuurformules tekenen.

Slide 2 - Slide

Leg de leerdoelen kort uit aan de leerlingen.
Wat weet je al over koolwaterstoffen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn koolwaterstoffen?
Koolwaterstoffen zijn organische verbindingen die alleen bestaan uit koolstof- en waterstofatomen.

Slide 4 - Slide

Vraag de leerlingen of ze al bekend zijn met organische verbindingen.
Alkanaan
Een alkanaan is een koolwaterstof waarvan de koolstofatomen enkelvoudige bindingen vormen.

Slide 5 - Slide

Laat de leerlingen de structuurformule van methaan tekenen en vraag hen welke koolwaterstofverbindingen nog meer enkelvoudige bindingen hebben.
Alkeen
Een alkeen is een koolwaterstof waarvan er minstens één dubbele binding tussen twee koolstofatomen zit.

Slide 6 - Slide

Laat de leerlingen de structuurformule van ethyleen tekenen en vraag hen welke koolwaterstofverbindingen nog meer dubbele bindingen hebben.
Alkyn
Een alkyn is een koolwaterstof waarvan er minstens één drievoudige binding tussen twee koolstofatomen zit.

Slide 7 - Slide

Laat de leerlingen de structuurformule van ethyn tekenen en vraag hen welke koolwaterstofverbindingen nog meer drievoudige bindingen hebben.
Isomeren
Isomeren zijn koolwaterstoffen met dezelfde molecuulformule maar een verschillende structuurformule.

Slide 8 - Slide

Laat de leerlingen voorbeelden van isomeren van butaan tekenen.
Cycloalkanen
Cycloalkanen zijn koolwaterstoffen waarvan de koolstofatomen een ring vormen.

Slide 9 - Slide

Laat de leerlingen de structuurformule van cyclohexaan tekenen.
Halogenen
Halogenen zijn elementen zoals chloor, broom en fluor die kunnen reageren met koolwaterstoffen.

Slide 10 - Slide

Laat de leerlingen voorbeelden van halogeenalkanen tekenen.
Functionele groepen
Een functionele groep is een deel van een molecuul dat zorgt voor de chemische eigenschappen van de verbinding.

Slide 11 - Slide

Laat de leerlingen voorbeelden van functionele groepen zien en vraag hen waarom deze groepen belangrijk zijn.
Esters
Esters zijn organische verbindingen die ontstaan uit de reactie van een zuur en een alcohol.

Slide 12 - Slide

Laat de leerlingen de structuurformule van een ester tekenen en vraag hen in welke producten esters vaak voorkomen.
Amines
Amines zijn organische verbindingen die een stikstofatoom bevatten.

Slide 13 - Slide

Laat de leerlingen de structuurformule van een amine tekenen en vraag hen in welke producten amines vaak voorkomen.
Oplosbaarheid
De oplosbaarheid van koolwaterstoffen hangt af van de grootte en de polariteit van de moleculen.

Slide 14 - Slide

Laat de leerlingen voorbeelden zien van oplosbare en niet-oplosbare koolwaterstoffen en vraag hen waarom deze stoffen wel of niet oplosbaar zijn.
Toepassingen
Koolwaterstoffen worden gebruikt als brandstof, oplosmiddel, smeermiddel en grondstof voor de chemische industrie.

Slide 15 - Slide

Laat de leerlingen voorbeelden zien van producten waarin koolwaterstoffen worden gebruikt.
Oefenen
Laat de leerlingen oefenen met het tekenen van structuurformules van koolwaterstoffen.

Slide 16 - Slide

Geef de leerlingen verschillende opdrachten om te oefenen met het tekenen van structuurformules.
Samenvatting
Koolwaterstoffen zijn organische verbindingen die alleen bestaan uit koolstof- en waterstofatomen. Er zijn verschillende soorten koolwaterstoffen, zoals alkanen, alkenen en alkynen. Isomeren hebben dezelfde molecuulformule maar een verschillende structuurformule. Koolwaterstoffen hebben verschillende toepassingen in de chemische industrie.

Slide 17 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Vragen
Hebben jullie nog vragen over koolwaterstoffen en structuurformules?

Slide 18 - Slide

Beantwoord eventuele vragen van de leerlingen en geef aan welke onderwerpen nog meer aan bod kunnen komen in een volgende les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.