Bijwoord uitleg en oefening

Bonjour! 

Au programme; L'adverbe (bijwoord) 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour! 

Au programme; L'adverbe (bijwoord) 

Slide 1 - Slide

L'adverbe=bijwoord
Doelen; je weet de verschillen tussen het bijv nw en het bijwoord
je kunt het bijwoord herkennen en actief gebruiken.

Slide 2 - Slide

Verschillen bijv nw -
* zegt iets over een zelfstandig naamwoord
*heeft 4 vormen; mannelijk ,vrouwelijk, meervoud mnl/vrl 
Voorbeeld; 
C'est un garçon calme

bijwoord
*zegt iets over een werkwoord,  over een bijv nw, of over een hele zin!
*meestal te herkennen aan ;
-ment

Il parle calmement

Slide 3 - Slide

Bijv nw
Regelm; op klinker, zoals poli= beleefd
Regelm;; op medeklinker,zoals
amical=vriendschappelijk

heureux=gelukkig
Il est heureux=hij is gelukkig








Bijwoord
poli+ ment= poliment

amicalement(eerst vrouwelijk maken, dan +ment)

heureusement;
Heureusement, il n'est plus malade (gelukkig is hij niet meer ziek)

Slide 4 - Slide

extrêmement, typiquement, vraiment, heureusement...
Hoe herken je een adverbe in het Frans?

Slide 5 - Mind map


Deze zijn onregelmatig! 
Bon= goed
mauvais=slecht
meilleur= beter
gentil= aardig
long= lang
rapide=snel


Als bijwoord; 
bien= goed
mal= slecht
mieux=beter
gentiment= aardig
longtemps=lang
rapidement of; vite=snel

Slide 6 - Slide

Attention!

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op ENT of ANT :dan verandert     ENT   in       EMMENT
                                                                                                          en                             ANT   in       AMMENT
récent : récemment = recent   /  fréquent : fréquemment= vaak
constant : constamment= constant / apparent : apparemment =blijkbaar
!! Behalve LENT : LENTEMENT= langzaam  (en niet lemment)


Slide 7 - Slide

Voorbeeldzinnen;
1. Marc est un bon élève, il travaille bien.
Marc is een goede leerling, hij werkt goed.
2. Nous avons attendu longtemps.
longtemps=bijwoord, zegt iets over gewacht=ww
3. Ce prof explique mal ce que nous devons faire, c'est un mauvais prof. 
mal; zegt iets over werkwoord expliquer, mauvais over prof


Slide 8 - Slide

Wat is het verschil?
Il danse bien.
C'est un bon danseur.
Tekst

Slide 9 - Open question

Paul est activement recherché
Malheureusement, nous ne pouvons pas aller en vacances
Elle a très mal joué
Sophie est vraiment fatiguée
Joseph est un garçon super sympa!

Slide 10 - Drag question

Wat is het bijwoord van "sportif"
A
sportifment
B
sportifement
C
sportivement
D
sportivment

Slide 11 - Quiz

Goed of fout?
Il parle poliment
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Goed of fout?
Je parle bon français
A
Goed
B
Fout

Slide 13 - Quiz

Nog meer uitleg nodig?
Bekijk de video onder Theorie bij Grammaire II unité 4 Libre Service online

Slide 14 - Slide

A toi maintenant!

Slide 15 - Slide

Elle me salue ....
A
poli
B
poliment

Slide 16 - Quiz

Max Verstappen est un .... coureur
A
bien
B
bon

Slide 17 - Quiz

C'est une .... question
A
mauvais
B
mauvaise
C
mal
D
mieux

Slide 18 - Quiz

(goed)Ces élèves parlent....... français

Slide 19 - Open question

(beter)Il pense toujours pouvoir faire ....

Slide 20 - Open question

(sérieux=serieus) Elle est une étudiante .....

Slide 21 - Open question

(slecht) Hier, il a joué .....

Slide 22 - Open question

bonne chance! 
http://www.talenwijzer.com/vorming-van-de-franse-bijwoorden.html
Lees de uitleg nog eens goed door en maak oefening 16 A t/m 16 D (Grammaire II unité 4 )

Slide 23 - Slide