Bijwoord uitleg en oefening

L'adverbe=bijwoord
Doelen; je weet de verschillen tussen het bijv nw en het bijwoord
je kunt het bijwoord herkennen en actief gebruiken.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

L'adverbe=bijwoord
Doelen; je weet de verschillen tussen het bijv nw en het bijwoord
je kunt het bijwoord herkennen en actief gebruiken.

Slide 1 - Slide

Verschillen bijv nw -
* zegt iets over een zelfstandig naamwoord
*heeft 4 vormen 
Voorbeeld; 

C'est un garçon calme
bijwoord
*zegt iets over een werkwoord, of over een bijv nw.
*meestal te herkennen aan ;
-ment

Il parle calmement

Slide 2 - Slide

Bijv nw
groep 1; op klinker, zoals poli= beleefd
groep 2; op medeklinker,zoals
lent= langzaam
heureux=gelukkig
attentif=oplettend
groep 3;op ent zoals 
prudent=voorzichtig







Bijwoord
poli+ ment= poliment

lent+ e+ ment (eerst vrouwelijk maken, dan +ment)
heureusement
attentivement
prudemment

Slide 3 - Slide

groep 4; op -ant, zoals constant=constant
Groep 5= onregelmatig!!
Bon= goed
mauvais=slecht
meilleur= beter
gentil= aardig
long= lang

constamment


bien
mauvais
mieux
gentiment
longtemps

Slide 4 - Slide

Voorbeeldzinnen;
1. Marc est un bon élève, il travaille bien.
Marc is een goede leerling, hij werkt goed.
2. Nous avons attendu longtemps.
longtemps=bijwoord, zegt iets over gewacht=ww
3. Ce prof explique mal ce que nous devons faire, c'est un mauvais prof. 
mal; zegt iets over werkwoord expliquer, mauvais over prof


Slide 5 - Slide

A toi maintenant!

Slide 6 - Slide

(langzaam)Cette voiture roule ....

Slide 7 - Open question

(goed) Grosjean est un ....coureur

Slide 8 - Open question

(slecht) Pardon, j'ai .... compris ta question

Slide 9 - Open question

(courant-vloeiend)Ces élèves parlent français ......

Slide 10 - Open question