H2.3 - Hefbomen (les 2)

Dag allemaal! Zorg dat je bent ingelogd en je laptop op een kiertje hebt.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dag allemaal! Zorg dat je bent ingelogd en je laptop op een kiertje hebt.

Slide 1 - Slide

Dag allemaal! Zorg dat je bent ingelogd op de lessonup.

Slide 2 - Slide

H2.3 - Hefbomen

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • De leerling kan het principe van hefbomen uitleggen
  • De leerling kan uitleggen wat het "moment' betekent.
  • De leerling kan het moment uitrekenen.
  • De leerling kan meerdere momenten met elkaar vergelijken. 

Slide 4 - Slide

Inleiding hefbomen
1
2

Slide 5 - Slide

Wat betekent ''moment''?

Slide 6 - Slide

Paragraaf 2.3 Hefbomen
Bij een hefboom kijken we dus naar 2 dingen: De kracht die je levert en de lengte van de arm. Samen zorgen deze 2 grootheden voor een "moment". 

In de natuurkunde heeft moment altijd met draaiing te maken. Het is de combinatie van kracht en afstand.

M=Fr

Slide 7 - Slide

Bereken het moment van moeder en kind.
F = 207 N
F = 690 N

Slide 8 - Slide

De arm r is de loodrechte afstand tussen de werklijn van de kracht en het draaipunt.

Slide 9 - Slide

Stelling:
Hefbomen hebben altijd een draaipunt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Welke bewering over hefbomen is juist?
A
De kracht is het grootst bij de korte kant van de hefboom
B
De kracht is even groot bij de korte en de lange kant van de hefboom
C
De kracht is het grootst bij de lange kant van de hefboom

Slide 11 - Quiz

Wanneer is een hefboom in evenwicht?
A
Als het moment rechts groter is dan het moment links.
B
Als het moment rechts even groot is als het moment links.
C
Als het moment rechts kleiner is dan het moment links.
D
Een hefboom is nooit in evenwicht.

Slide 12 - Quiz

In welke stand is het moment het grootst?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 13 - Quiz

Bereken met de hefboomregel of de hefboom hiernaast in evenwicht is.
A
A. Er is evenwicht
B
B. Het moment links is groter
C
C. Het moment rechts is groter

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Bereken de kracht die wordt uitgeoefend op het kracht

Slide 16 - Slide

Bereken de kracht die wordt uitgeoefend op het kracht

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Deze kracht is dan tweemaal:

Slide 19 - Open question

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak alle normale (niet plus of exta) opdrachten van H2.3 af. 

Hoe? De eerste 10 minuten in stilte.  Daarna mag je fluisterend overleggen.

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Maak daarna de test jezelf

Slide 20 - Slide

Bereken de kracht die wordt uitgeoefend op het linker blokje.

Slide 21 - Open question

Opdracht
a) Bereken de massa bij visje ''A''.
b) Bereken de massa bij visje ''B''.

Slide 22 - Slide

a) Bereken de massa bij visje ''A''.
b) Bereken de massa bij visje ''B''.

Slide 23 - Open question