H2.3 - Hefbomen

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup.

Slide 1 - Slide

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup.

Slide 2 - Slide

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup.

Slide 3 - Slide

H2.3 - Hefbomen

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • De leerling kan het principe van hefbomen uitleggen
  • De leerling kan uitleggen wat het "moment' betekent.
  • De leerling kan het moment uitrekenen.
  • De leerling kan meerdere momenten met elkaar vergelijken. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Paragraaf 2.3 Hefbomen
  • Lees H2.3  tot aan de momentenwet
  • Maak vraag 1 + 2
  • "speel" het spel in de link hiernaast
  • Lees de rest van de paragraaf af (let vooral goed op de voorbeelden)
  • klassikale uitleg + bespreking

Slide 7 - Slide

Paragraaf 2.3 Hefbomen
Veel krachten om ons heen zijn veel te groot om te overbruggen. Om die kracht toch te kunnen leveren maken we gebruik van hefbomen. 

Slide 8 - Slide

demo hefbomen

Slide 9 - Slide

Inleiding hefbomen
1
2

Slide 10 - Slide

Paragraaf 2.3 Hefbomen
Het basisprincipe van een hefboom is:
               "Wat je wint aan kracht, verlies je aan afstand."

Je hoeft minder kracht te leveren, maar je moet daarvoor wel meer afstand afleggen. 

Slide 11 - Slide

Paragraaf 2.3 Hefbomen
Bij een hefboom kijken we dus naar 2 dingen: De kracht die je levert en de lengte van de arm. Samen zorgen deze 2 grootheden voor een "moment". 

In de natuurkunde heeft moment altijd met draaiing te maken. Het is de combinatie van kracht en afstand.

M=Fr

Slide 12 - Slide

De arm r is de loodrechte afstand tussen de werklijn van de kracht en het draaipunt.

Slide 13 - Slide

Stelling:
Hefbomen hebben altijd een draaipunt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat je wint aan kracht
A
win je aan afstand
B
verlies je aan afstand
C
win je aan moment
D
verlies je aan moment

Slide 15 - Quiz

Wat heeft een hefboom?

Slide 16 - Drag question

Paragraaf 2.3 Hefbomen
Soms heb je te maken met meerdere momenten. Deze momenten kunnen we dan met elkaar vergelijken. 
Bij een evenwicht zijn de momenten aan beide kanten van het draaipunt gelijk. 


M1=M2
F1r1=F2r2

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Bereken de kracht die wordt uitgeoefend op het kracht

Slide 19 - Slide

Bereken de kracht die wordt uitgeoefend op het kracht

Slide 20 - Open question

Welke bewering over hefbomen is juist?
A
De kracht is het grootst bij de korte kant van de hefboom
B
De kracht is even groot bij de korte en de lange kant van de hefboom
C
De kracht is het grootst bij de lange kant van de hefboom

Slide 21 - Quiz

Wanneer is een hefboom in evenwicht?
A
Als het moment rechts groter is dan het moment links.
B
Als het moment rechts even groot is als het moment links.
C
Als het moment rechts kleiner is dan het moment links.
D
Een hefboom is nooit in evenwicht.

Slide 22 - Quiz

Bereken met de hefboomregel of de hefboom hiernaast in evenwicht is.
A
A. Er is evenwicht
B
B. Het moment links is groter
C
C. Het moment rechts is groter

Slide 23 - Quiz

In welke stand is het moment het grootst?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 24 - Quiz

Het moment van de spierkracht is
A
0,46 Nm
B
0,56 Nm
C
52 Nm
D
5,7 Nm

Slide 25 - Quiz

De momentenwet
De som van de momenten linksom = de som van de momenten rechtsom (dan is er evenwicht)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Deze kracht is dan tweemaal:

Slide 28 - Open question

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Ga aan de slag met H2.3 - 1, 2, 3, 4, 6, 

Hoe? Je mag fluisterend overleggen.

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Maak de rest van de opdrachten van H2.2

Slide 29 - Slide