le 17 et 18 janvier 2023

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • Ik kan een stripverhaal maken over vakantie, familie, winkelen of kamer
Le programme :
  • Kahoot over de grammatica-onderdelen:
    - passé composé (blz.53)
    -bezittelijk voornaamwoord (blz.53)
    - bijvoeglijk naamwoord (blz.91)
    -présent (blz.91)
    - aanwijzend voornaamwoord (blz.131)
    -pouvoir & vouloir (blz.131)
  • Uitleg over voorzetsels bij landen, steden en/of dorpen
  • Kahoot over voorzetsels bij landen, steden en/of dorpen
  • Uitleg over Franse strips
  • Het maken van een stripverhaal

 mercredi 17 janvier
jeudi 18 janvier

1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1HV1 Première leçon
Les objectifs :
  • Ik kan een stripverhaal maken over vakantie, familie, winkelen of kamer
Le programme :
  • Kahoot over de grammatica-onderdelen:
    - passé composé (blz.53)
    -bezittelijk voornaamwoord (blz.53)
    - bijvoeglijk naamwoord (blz.91)
    -présent (blz.91)
    - aanwijzend voornaamwoord (blz.131)
    -pouvoir & vouloir (blz.131)
  • Uitleg over voorzetsels bij landen, steden en/of dorpen
  • Kahoot over voorzetsels bij landen, steden en/of dorpen
  • Uitleg over Franse strips
  • Het maken van een stripverhaal

 mercredi 17 janvier
jeudi 18 janvier

Slide 1 - Slide

Kahoot over jouw grammatica-overzicht
Kahoot!

Slide 2 - Slide

Grammaire voorzetsels landen en plaatsen
en Angleterre
en Allemagne
en Belgique
en Espagne 

aux Pays-Bas 

'en' en 'aux' betekenen allebei in/naar

Slide 3 - Slide

Grammaire voorzetsels landen en plaatsen
Mannelijk landen
-
au
Vrouwelijke landen
eindigen op -e
en
Landen in meervoud
eindigen op -s
aux
Steden/dorpen
à

Slide 4 - Slide

Voorzetsels landen en steden
  • in/naar stad = à 

  • Je vais à Amsterdam
  • Je vais à Lyon
  • J'habite à Kampen

Slide 5 - Slide

Kahoot : voorzetsels bij landen, steden & dorpen
Kahoot!

Slide 6 - Slide

Fais une bande dessinée!

Slide 8 - Slide

Qu'est-ce qu'on fait aujourd'hui?
  • Je gaat iets leren over Franse strips.
  •  Een eigen strip maken.

Slide 9 - Slide

Welke Franse strips ken je al?

Slide 10 - Mind map

Welke Nederlandse strip heet Bob&Bobette in het Frans?
A
Donald Duck
B
Kuifje
C
Suske en Wiske
D
Jan, Jans en de kinderen.

Slide 11 - Quiz

Ken je deze strip?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is de Nederlandse naam voor de Franse strip Tintin?
A
Lucky Luke
B
Kuifje
C
Garfield
D
Donald Duck

Slide 14 - Quiz

Kuifje
Kuifje is een Belgische strip, uit het Franstalige deel. De strip is dus oorspronkelijk in het Frans.
Kuifje heet in het Frans 'Tintin'

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Welke stripfiguren zijn
Les Schtroumpfs?

Slide 17 - Open question

Andere Franse strips
Titeuf is een acht-jarige jongen die avonturen beleeft met zijn vrienden.

Slide 18 - Slide

Misschien ken je deze?
In het Nederlands heet deze strip Guust Flater

Slide 19 - Slide

Astérix en Obélix
Een van de bekendste Franse stripfiguren in Nederland. 

Slide 20 - Slide

Hoe maak je een strip?

Slide 21 - Slide

0

Slide 22 - Video

Nodig voor een strip:
  • Een idee
  • Verschillende kleuren voor emoties
  • Een trillende lijn geeft iets spannends aan
  • Uitroepen als <Bang>, <Aiii> , <Iiiihh>

Slide 23 - Slide

Schrijfopdracht!
  • Teken een strip van minimaal 6 vlakken over (kies 1 van de 4 onderwerpen):
- Vakantie (hoofdstuk 1, blz.52 voor C & G)
- Familie (hoofdstuk 2, blz. 90, C)
- Een kamer (hoofdstuk 2, blz.90, G)
- Winkelen (hoofdstuk 3, blz 130., C & G)
  • Gebruik de phrases clés (blz.52,90 & 130)
  • Gebruik de woordjes (blz.50-51, blz.88-89, blz.128-129)
  • Gebruik de Grammatica-onderdelen:
    - passé composé (blz.53)
    -bezittelijk voornaamwoord (blz.53)
    - bijvoeglijk naamwoord (blz.91)
    -présent (blz.91)
    - aanwijzend voornaamwoord (blz.131)
    -pouvoir & vouloir (blz.131)

timer
30:00

Slide 24 - Slide