K7 - Grammatik - PSV + VZ 3e nvl - (herh. 4e nvl) - 2 havo

Herzlich willkommen!
Sofort anmelden, bitte!

LessonUp.app
Buch auf 
S. 62 
öffnen, 
bitte!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herzlich willkommen!
Sofort anmelden, bitte!

LessonUp.app
Buch auf 
S. 62 
öffnen, 
bitte!

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
1. Willkommen - Einstieg
2. Wochenaufgabe besprechen
3. Wiederholung und Erklärung
'Modalverben im Präteritum und Perfekt'
1. Willkommen - Einstieg
2. Wiederholung: 'PSV en VRV na VZ  met 4e nvl'
3. Erklärung: 'PSV en VRV na VZ met 3e nvl'
4. An die Arbeit - Abschluss
Was machen wir heute?

Slide 2 - Slide

1. Einstieg - Wortschatz

Slide 3 - Slide

Noem minimaal 3
meubelstukken in het Duits:
(met hoofdletter en lidwoord)
(S. 60)

Slide 4 - Mind map

2. Wiederholung:

1a. Ik kan de vormen van het PSV en VRV in de 4e naamval toepassen.
1b. Ik kan de VZ met de 4e naamval toepassen.

Slide 5 - Slide

Het PSV en VRV in de 1e en 4e naamval:

Slide 6 - Slide

Wiederholung: VZ met 4e naamval:
Was passt zusammen?
durch
für
ohne
um
bis
gegen
door
voor
zonder
om
tot
tegen

Slide 7 - Drag question

-------------------------------------------------------------------------
1
2
Sie macht sich Sorgen um ...(ik/mij)... .
Hast ...(jij/jou)... das für ...(wij/ons)... gemacht?
mich
ich
dich
dich - wir
dich - uns
du - uns
du -wir

Slide 8 - Drag question

3. Erklärung Woche 14:

1a. Ik kan de vormen van het PSV en VRV in de 3e naamval toepassen.
1b. Ik kan de VZ met de 3e naamval toepassen.

Slide 9 - Slide

Het PSV en VRV in de 1e en 4e naamval:
1e + 4e
nvl
3e
nvl

Slide 10 - Slide

Übung: VZ met 3e naamval:
Was passt zusammen?
aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
uit
bij
met
na / naar
sinds
van / door
naar
(bij pers.)

Slide 11 - Drag question

Ergänze die richtige Form:

Ich esse heute gern bei ...(jullie)... .
A
ihr
B
uns
C
euch

Slide 12 - Quiz

Ergänze die richtige Form:

Spielt ihr Catan mit ..(ik/mij)..?
A
ich
B
mir
C
mich

Slide 13 - Quiz

Welk antwoord is op jou van toepassing?
A
Ik snap het nog niet (en heb nog uitleg nodig)
B
Ik begin het te snappen (en moet vooral veel gaan oefenen)
C
Ik snap het (en kan alleen aan de slag)
D
Ik snap het (en kan het anderen uitleggen

Slide 14 - Quiz

4. An die Arbeit:
Hausaufgaben für Mittwoch, den 6. April:
Machen:
K7: 20, 21, 23, 24, 25 (S. 43+)
K9: 19, 20, 22, 23, 24, 25 (S.114+)
Lernen: 
- S. 60: LL ND: t/m 'licht'
 - S. 61: LL DN: A, C, D
- Stencil Grammatik K7 +K9:    
       * VZ met 4e nvl, VZ met 3e naamval(betekenis ND)  


4. Abschluss:

Slide 15 - Slide