Hv 1 voorbereiding eindtoets

Hv 1 voorbereiding eindtoets
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hv 1 voorbereiding eindtoets

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is géén kenmerk van een informerende tekst?
A
Een informerende tekst bevat vooral feiten.
B
Een informerende tekst is neutraal.
C
Een informerende de tekst is objectief.
D
Een informerende tekst bevat meningen.

Slide 2 - Quiz

Objectief betekent neutraal
Meningen zijn subjectief.

Wat is een voorbeeld van een informerende titel?
A
Nieuw: de allerbeste smartphone van 2025!
B
De effecten van lezen.
C
Is Trump wel of geen goede president?
D
Roodkapje en de zeven appels.

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welk tekstdoel hoort bij de volgende omschrijving?
De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn gelijk.
A
Beschouwen
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Amuseren

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welk tekstdoel hoort bij de volgende omschrijving?
De schrijver wil de lezer een mening laten vormen.
A
Overtuigen
B
Amuseren
C
Informeren
D
Beschouwen

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor een overtuigende tekst?
A
Roman
B
Artikel
C
Betoog
D
Monoloog

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Overtuigende tekst

Beschouwende tekst
Waarom we nu moeten ingrijpen om het milieu te redden.
Huiswerk maken: overschat of broodnodig.
Leraar: een beroep met vele gezichten. 

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een activerende tekst en een overtuigende tekst?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Wat is het doel van de schrijver van een amuserende tekst?
A
De lezer laten lachen.
B
De lezer plezier laten beleven.
C
De lezer een emotie laten ervaren.
D
Zijn eigen emoties uiten.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een activerende tekst?
A
Verkiezingstekst
B
Advertenties
C
Instructieboekje
D
Geschiedenisboek

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke 5 leesstrategieën zijn er?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Welke stappen horen WEL bij globaal lezen?
Welke stappen horen niet bij globaal lezen.
Je leest de titel.
Je leest hele tekst.
Je leest de inleiding en het slot.
Je leest de laatste zin van elke alinea.
Je leest de eerste zin van elke alinea. 
Je leest de kopjes.

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Je wilt weten wat het antwoord is op de vraag: Wat is het onderwerp van de tekst? Welke leesstrategie gebruik je?
A
Intensief lezen
B
Zoekend lezen
C
Kritisch lezen
D
Globaal lezen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Je wilt weten of de informatie in de tekst juist is. Welke leesstrategie gebruik je?
A
Zoekend lezen
B
Globaal lezen
C
Kritisch lezen
D
Lerend lezen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welke stappen horen bij kritisch lezen?
A
Je kijkt naar de vindplaats van de tekst.
B
Je controleert de informatie met andere bronnen.
C
Je vraagt aan chat gpt of de tekst klopt.
D
Je vraagt je af met welk doel de schrijver de tekst heeft geschreven.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een woordraadstrategie?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Noem de vijf woordraadstrategieën:

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Met welke woordraadstrategie kun je de betekenis van 'omvangrijk' achterhalen.
A
Het lijkt op een woord uit een andere taal.
B
Je kunt delen van de samenstelling herkennen.
C
-
D
Je kunt het niet weten.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Het was relatief rustig in het zwembad. Het was mooi weer, maar de meeste kinderen moesten gewoon naar school.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Waar vind je de conclusie van een tekst?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
D
Titel

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Waar vind je de samenvatting van een tekst?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
D
Titel

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Waar vind je een prikkelende stelling die de lezer aanzet tot denken in een tekst?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
D
Titel

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Waar vind je argumenten in een tekst?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
D
Titel

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Waar vind je verdere uitleg over het onderwerp in een tekst?
A
Inleiding
B
Middenstuk
C
Slot
D
Titel

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welk tekstdoel heeft onderstaand fragment

De geschiedenis van begraven en cremeren in Nederland gaat ver terug. Lange tijd bepaalde de Christelijke cultuur onze omgang met de dood. Daarvan zijn kerken en kerkhoven het bewijs. Daarvóór waren er hunebedden en grafheuvels. De afgelopen 50 jaar zijn er ook nieuwe rituelen bijgekomen om doden een laatste eer te bewijzen. In vogelvlucht lees je over de belangrijkste gebeurtenissen van de afgelopen 5000 jaar.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions


A
Informeren
B
Activeren
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk tekstdoel hoort er bij onderstaand fragment?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions


A
Informeren
B
Beschouwen
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Welk tekstdoel hoort bij dit fragment?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions


A
Amuseren
B
Beschouwen
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Hoe goed ben je voorbereid op de toets?
Ik ga hem nailen!
Ik ga met opgeheven hoofd ten onder.
Ik ga tot de toets als kluizenaar door het leven om te leren.

Slide 31 - Poll

This item has no instructions

Waar ga je in de vakantie naartoe?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions