Blok 3 bossen deel 2 2ka

Blok 3 Bossen deel 2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Blok 3 Bossen deel 2

Slide 1 - Slide

Oirschotse heide was tussen 3000 v.chr - 700 v.chr begraafplaats
de adder is de enige giftige slangsoort in Nederland

Slide 2 - Slide

Wat weten jullie
nog van gisteren?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Landbouw en bos
  • Intensieve landbouw: Er zijn veel dieren per hectare grond en opbrengst van gewassen is hoog. Zorgt er voor dat wilde dieren en planten verdwijnen. 
  • Eu wilt meer bossen planten, zorgt namelijk voor minder klimaatverandering (bomen nemen Co2 op) en beschermt ons tegen hevige regen (gevolg overstromingen). 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Energie uit de natuur
  • Vroeger werd hout gebruikt als brandstof. Toen turf zijn intrede deed, werd dit minder. 
  • Tegenwoordig meeste energie uit fossiele brandstoffen (raakt op en is slecht voor het milieu, veel co2 uitstoot -> klimaatverandering)
  • Platteland wordt weer belangrijk. Terrein voor zonnepanelen of windmolens en er worden snelgroeiende bomen geplant om als biomassa te verbranden. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Zonnepanelen
Voordelen: schone energie, kan op daken van gebouwen
Nadelen: energie is moeilijk op te slaan, de zon schijnt niet altijd

Slide 9 - Slide

Windenergie
Voordelen: schone energie, het waait veel in Nederland, kan op land en zee
Nadelen: energie is moeilijk op te slaan, gevaarlijk voor vogels, op zee mogen boten niet dichtbij komen 

Slide 10 - Slide

Kernenergie
Voordelen: geen broeikasgassen, levert enorm veel energie op
Nadelen: ongelukken hebben grote gevolgen, afval moet lang bewaard worden vanwege straling

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Verboden te zeggen
  1. Je vormt tweetallen met je buurman/vrouw.
  2.  Je krijgt kaarten met een begrip en drie woorden.
  3. Je legt het begrip uit aan jouw groepsgenoot zonder het begrip en de woorden te benoemen.
  4. De luisterende groepsgenoot moet proberen het begrip te raden.
  5. Wissel de rollen om nadat het begrip geraden is.

Slide 13 - Slide

Korte enquête 
  • Anoniem
  • 7 korte vragen 

Slide 14 - Slide