uitspraken evenwijdigheid

• wiskunde
• Secundair onderwijs

a // apha en b // alpha --> a //b

1. altijd waar
2. soms waar
3. nooit waar

d is de snijlijn van alpha en beta en d // gamma --> gamma // alpha en gamma // beta

1. altijd waar
2. soms waar
3. nooit waar

alpha // beta en beta // gamma --> alpha // gamma

1. altijd waar
2. soms waar
3. nooit waar

a // alpha en a C beta en d is de snijlijn van alpha en beta --> a // d

1. altijd waar
2. soms waar
3. nooit waar

a C alpha en a // beta --> alpha // beta

1. altijd waar
2. soms waar
3. nooit waar

a// alpha en alpha // beta --> a // beta

1. altijd waar
2. soms waar
3. nooit waar

a // alpha en a is niet evenwijdig met beta --> alpha is niet evenwijdig met beta

1. altijd waar
2. soms waar
3. nooit waar

Als twee vlakken evenwijdig zijn met een rechte, dan zijn die vlakken evenwijdig.

1. waar
2. niet waar

Twee vlakken zijn evenwijdig als een rechte van het éne vlak evenwijdig is met het ander vlak.

1. waar
2. niet waar

Als een rechte evenwijdig is met een vlak en men trekt door een punt van dat vlak een rechte evenwijdig aan de gegeven rechte, dan ligt deze rechte in dat vlak.

1. waar
2. niet waar

Als een rechte evenwijdig is met een vlak, dan is ze evenwijdig met alle rechten uit dat vlak.

1. waar
2. niet waar

Alle rechten die een gegeven rechte snijden en evenwijdig zijn met een rechte b, liggen in eenzelfde vlak.

1. waar
2. niet waar

Als twee snijdende vlakken alpha en beta evenwijdig zijn met twee snijdende vlakken alpha' en beta' dan zijn hun snijnlijnen d en d' evenwijdig.

1. waar
2. niet waar