Wassen (voorbereiding op toets)

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Textiel / was sorteren en wassen

We gaan samen oefenen! 

Wat leren we deze les:

1. Deze les is een goede voorbereiding op de toets van vrijdag.
2. Je leert welke stappen je vrijdag moet zetten om de toets te kunnen maken. 
3. Je hebt vandaag nog tijd om vragen te stellen over de theorie (gemaakt bij Eric).
4. We gaan het doen van de was oefenen op het plein.

Welke stappen ga ik vrijdag zetten?

1: Sorteren van de was

2: Wasmiddel en dosering uitkiezen

3: was in de trommel doen en wasprogramma uitkiezen.

Waar sorteer je de was allemaal op?

Je sorteert de was op

1. Op kleur (bont, licht bont, fijne was, witte was, kookwas)
2. Op vuilheid 
3. Behandeling (behandeletiket) 

1: sorteren op kleur

Wat doe je dan? Leg uit... 

2: sorteren op vuilheid

Je hebt gesorteerd op kleur. Die stapeltjes liggen er. Nu kijk je of er tussen deze stapeltjes was zit die heel vies is. Bijvoorbeeld je hebt een stapeltje donkerbont, de helft is daarvan heel vies, de andere helft niet zo..

Dan heb je nu dus twee stapeltjes donkerbont. Een viezere en een schonere stapel donkerbont. 

3: sorteren op behandeletiket

Nu kijk je goed naar een stapeltje was wat je gesorteerd hebt. Bijvoorbeeld licht bont en niet zo'n vieze lichtbonte was.

Mag dit allemaal in de wasmachine?? En zo ja op hoeveel graden? Daar moet je goed naar kijken. Als de laagste temperatuur 30 graden is... Wat doe ik dan? Op hoeveel graden ga ik dan mijn hele stapeltje wassen?

Nu heb ik mijn vuile was gesorteerd. Mag mijn stapeltje was nu zo in de wasmachine? Of moet ik nog iets doen?

Ik moet het volgende nog doen/ controleren....

Ik moet nog controleren of:

1. Alle zakken leeg zijn.
2. Of alle mouwen zijn afgestroopt.
3. Kleding binnenstebuiten is gekeerd.
4. Ritsen en knopen dicht zijn en touwtjes samen geknoopt.
5. Je kleding met haakjes, klittenband of met beugel in een speciaal waszakje is gedaan.

Nu kan het in de wasmachine!

En nu? Wat moet ik nu nog doen? Noem de twee dingen die nu nog moeten.

Antwoord:

1. Kies juiste wasmiddel en dosering
2. Kies het juiste programma op de wasmachine. 

Docent legt dosering wasmiddel uit... 

Open je boek op blz. 159 voor een goed voorbeeld.

Hoe weet ik welk programma ik moet kiezen?

Wat betekent dit symbool bijvoorbeeld?

Waar doe ik het wasmiddel in?

Actie in de taxi! We gaan naar het plein om te oefenen.

Neem je boek mee en lees het beoordelingsformulier "wassen' door. (Blz.44). Succes!