Uitleg 11.4 Rekenen met decimale getallen

Vermenigvuldigen en Delen met 10, 100 en 1000
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vermenigvuldigen en Delen met 10, 100 en 1000

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je vermenigvuldigen en delen met 10, 100 en 1000.

Slide 2 - Slide

Wat weet je al over vermenigvuldigen en delen met 10, 100 en 1000?

Slide 3 - Mind map

Vermenigvuldigen met 10
Bij vermenigvuldigen met 10 verplaatst het getal één plek naar links. Voorbeeld: 5 x 10 = 50.

Slide 4 - Slide

Vermenigvuldigen met 100
Vermenigvuldigen met 100 verplaatst het getal twee plekken naar links. Voorbeeld: 3 x 100 = 300.

Slide 5 - Slide

Vermenigvuldigen met 1000
Bij vermenigvuldigen met 1000 verschuift het getal drie plekken naar links. Voorbeeld: 2 x 1000 = 2000.

Slide 6 - Slide

Vermenigvuldigen door 10, 100 en 100

Slide 7 - Slide

Delen door 10
Delen door 10 verplaatst het getal één plek naar rechts. Voorbeeld: 50 ÷ 10 = 5.

Slide 8 - Slide

Delen door 100
Bij delen door 100 verplaatst het getal twee plekken naar rechts. Voorbeeld: 300 ÷ 100 = 3.

Slide 9 - Slide

Delen door 1000
Delen door 1000 verplaatst het getal drie plekken naar rechts. Voorbeeld: 2000 ÷ 1000 = 2.

Slide 10 - Slide

Delen door 10, 100 en 1000

Slide 11 - Slide

Opgave 31

Slide 12 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

Huiswerk
11.4 Rekenen met decimale getallen
Opgave 29 t/m 37

Slide 15 - Slide