Tegengestelden (BT4-moeilijk)

De jongen heeft vuile handen. 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
nederlands volwassenenHoger onderwijs

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De jongen heeft vuile handen. 

Slide 1 - Slide

Welke zin is het tegengestelde? Luister.
A
B
C
D

Slide 2 - Quiz

Het werk is vervelend. 

Slide 3 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 4 - Quiz

Het vliegtuig gaat naar boven. 

Slide 5 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Het raam is open. 

Slide 7 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

Ik fiets in het donker. 

Slide 9 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 10 - Quiz

Het gebouw is hoog. 

Slide 11 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

De vrouw is mooi. 

Slide 13 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 14 - Quiz

Zij heeft lang haar.

Slide 15 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 16 - Quiz

De man is klein.

Slide 17 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 18 - Quiz

De vrouw is dun.

Slide 19 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 20 - Quiz

De zee is ver.

Slide 21 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 22 - Quiz

De man is oud.

Slide 23 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 24 - Quiz

Ik loop buiten.

Slide 25 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 26 - Quiz

Ik eet weinig.

Slide 27 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 28 - Quiz

De koffie is warm.

Slide 29 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 30 - Quiz

Ik vind lezen moeilijk.

Slide 31 - Slide

Welke zin is het tegengestelde?
Luister.
A
B
C
D

Slide 32 - Quiz