L2 Kortfilms vergelijken (p. 18-25)

planning
ma 24 november:
toets woordsoorten, Les 2 kortfilms 

do 27 november:
toets woordenschat tussenstop (maak correcties CS)
Luisteroefening
k&k overlopen - afspraken examen
Leeslogboek: 2 opdrachten en lezen tot p. 60

ma 1 december:
L2 kortfilm schrijfoefening, vraag- en oefenmomentje




1 / 37
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

planning
ma 24 november:
toets woordsoorten, Les 2 kortfilms 

do 27 november:
toets woordenschat tussenstop (maak correcties CS)
Luisteroefening
k&k overlopen - afspraken examen
Leeslogboek: 2 opdrachten en lezen tot p. 60

ma 1 december:
L2 kortfilm schrijfoefening, vraag- en oefenmomentje




Slide 1 - Slide

pag. 18

Slide 2 - Slide

Geef het grootste verschil tussen
een kortfilm en een gewone film. (p18)
p. 18
p. 18

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Waarover denk je
dat het verhaal zal gaan?

Snel klaar? oef 3b&c in boek.

Slide 7 - Open question

play

Slide 8 - Slide

oefening 4 en 5 (p. 19)
Bespreek met je buur:
- Waarom is de jongen eerst boos
   als hij ziet dat het hondje gehandicapt is?

- Vond je het einde van het verhaal verrassend?
   Waarom?
timer
3:00

Slide 9 - Slide

oefening 6 (p. 19)
a) Kies 2 vragen over de film (onderaan pag.19 - pag. 20). 
b) Beantwoord de vragen.
c) Geef één duidelijk argument. 
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

oefening 6 (p. 19)
  • Heeft de kortfilm je anders doen nadenken over handicap, gezin of huisdieren?
  • Begrijp je de reactie van het hoofdpersonage?
  • Heb je ooit al eens iemand uitgesloten omdat die persoon een beperking had / heb je je al eens uitgesloten gevoeld?
  • Vond je het een mooie film?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

tegenspeler

nevenpersonage

hoofdpersonage
zoontje
moeder
hondje

Slide 14 - Drag question

oefening 9 (p. 21-22)
  1. Nummer de scènes van 1 tot 10.
  2. Schrijf naast elke scène in één korte zin wat er gebeurt. 
timer
3:00

Slide 15 - Slide

antagonist
nevenpersonage
protagonist
zoontje
moeder
hondje

Slide 16 - Drag question

Even herhalen
  • protagonist
  • antagonist
  • nevenpersonage
  • chronologisch verloop
pag.22

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Bekijk de affiche.
Wat zal er gebeuren in de kortfilm?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

oefening 3 (p. 23)
Bespreek met je buur en vul je cursus in.
a) Hoe oud schat je het hoofdpersonage in
    bij de start van de film?
b)  Wat is zijn grote droom?
c)  Hoe wil hij die droom bereiken?
timer
3:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

oefening 4 (p. 23)
Verdeel de woorden over 4 groepen.
Woorden:
  • die ik nog nooit gehoord heb
  • die ik al gehoord heb, maar niet begrijp
  • die ik begrijp als ik ze hoor/lees, maar niet gebruik
  • die ik begrijp en zelf gebruik
timer
3:00

Slide 25 - Slide

oefening 4 (p. 23)
  1. Vergelijk met jouw buur.
  2. Leg elkaar de betekenis uit.
  3. Zoek de betekenis op van woorden
    die jullie allebei niet begrijpen.  
  4. Schrijf de uitleg erbij.
timer
3:00

Slide 26 - Slide

Welke eigenschappen passen
bij het hoofdpersonage?

Slide 27 - Mind map

mondeling
oefening 5
Vind je het een realistisch verhaal of niet? 
Neem zelf notities met kernwoorden.

oefening 6 Eindbeeld: raket vliegt door de lucht
a) Wie zit erin? Beschrijf het personage in detail
b) Hoe kun je dit verklaren?

Slide 28 - Slide

Waarom laat de regisseur ons achter met vragen?

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Slide


A
The Present
B
Coin Operated

Slide 31 - Quiz


A
The Present
B
Coin Operated

Slide 32 - Quiz


A
The Present
B
Coin Operated

Slide 33 - Quiz


A
The Present
B
Coin Operated

Slide 34 - Quiz


A
The Present
B
Coin Operated

Slide 35 - Quiz

Verzin een leuke alternatieve titel voor 1. The Present en 2. Coin Operated.

Slide 36 - Open question

Schrijfoefening 2

Slide 37 - Slide