Bespreking Thema 1

Welkom!
Zit je op je eigen plek?
WC-check? Gaan voor de les begint
Ligt je boek, schrift en pen/potlood op tafel?
Dan kan je kletsen tot de les begint
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom!
Zit je op je eigen plek?
WC-check? Gaan voor de les begint
Ligt je boek, schrift en pen/potlood op tafel?
Dan kan je kletsen tot de les begint

Slide 1 - Slide

Thema 1 - Organen en cellen

Slide 2 - Slide

Thema 1 - Organen en cellen
1.1 - Organismen
1.2 - De bouw van een organisme
1.3 - Werken met een loep en een microscoop
1.4 - Cellen van dieren en planten 
1.5 - Groei en ontwikkeling bij de mens
1.6 - Biologisch onderzoek
1.1 - Organismen
1.2 - De bouw van een organisme
1.3 - Cellen van dieren en planten 
1.4 - Chromosomen 
1.5 - Gewone celdeling (mitose)
1.6 - Reductiedeling (meiose)

Slide 3 - Slide

Thema 1 - Organen en cellen
1.1 - Organismen
1.2 - De bouw van een organisme

Slide 4 - Slide

Doelen van deze les
Je kan vragen over alle onderdelen van thema 1 beantwoorden
Je kan benoemen welke onderdelen lastig zijn en hoe je deze kan leren

Slide 5 - Slide

Noteer voor alle vragen de antwoorden in je schrift

Slide 6 - Slide

Je weet wat een organisme is
Basis opdr. 1
a. Een ander woord voor levend wezen is ........
b. Geef drie voorbeelden van organismen of groepen organismen

Slide 7 - Slide

Je kent negen levenskenmerken van organismen

Slide 8 - Slide

Je kent negen levenskenmerken van organismen

Slide 9 - Slide

Uit het kader-boek

Slide 10 - Slide

Je weet het verschil tussen levend, dood en levenloos

Slide 11 - Slide

Je weet wat het verschil is tussen lichamelijke en geestelijke ontwikkeling
1. Een jongen krijgt een baard in de puberteit
2. Een baby herkent het gezicht van zijn ouders
3. Een peuter leert blokken op elkaar stapelen
4. Een schoolkind leert schrijven
5. Een adolescent gaat voor het eerst op zichzelf wonen

Slide 12 - Slide

Je kunt de levensfasen van de mens noemen met de gemiddelde leeftijd en voorbeelden van ontwikkeling geven 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Je kunt de organisatieniveaus binnen een organisme benoemen en beschrijven

Zet de organisatieniveaus op volgorde van groot naar klein
Organisme -> _____ -> ______ -> ______ -> ______

Weefsel / Orgaan / Orgaanstelsel / Cel

Slide 15 - Slide

Je kunt 10 orgaanstelsels van de mens noemen


Welke 10 orgaanstelsels hebben mensen?

Slide 16 - Slide

Orgaanstelsels

Slide 17 - Slide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11

Slide 18 - Slide

Onderzoek doen
Waar
Probleemstelling - Start onderzoek
Onderzoeksvraag - Korte, beantwoordbare vraag
Verwachting - Welk antwoord verwacht je
Werkplan - Hoe ga je je antwoord vinden / experiment uitvoeren
Resultaten/Waarnemingen - Uitvoer, noteren
Conclusie - Antwoord op je vraag


Slide 19 - Slide

Noteer van alle onderdelen:
- De naam
- De functie

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Vragen?

Slide 22 - Slide

Waar ligt het hart?
A
In de borstholte
B
In de buikholte

Slide 23 - Quiz

Waar ligt de dikke darm?
A
In de borstholte
B
In de buikholte

Slide 24 - Quiz

Met welke letter is de maag aangegeven?
A
Letter A
B
Letter B
C
Letter C
D
Letter D

Slide 25 - Quiz

Welk orgaanstelsel zorgt dat je eten wordt afgebroken en opgenomen?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Verteringsstelsel
D
Spierenstelsel

Slide 26 - Quiz

Welk orgaanstelsel zorgt dat er heel snelle berichten door je lichaam worden verzonden?
A
Zenuwstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Hormoonstelsel
D
Spierstelsel

Slide 27 - Quiz

Een weefsel uit de hersenen ziet er net zo uit als een weefsel uit de darmen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Wat heeft een dierlijke cel niet ?
A
Celwand
B
Celmembraam
C
Celkern
D
Cytoplasma

Slide 29 - Quiz

Wat is een vacuole bij een plantaardige cel?
A
Een stevige rand om de cel
B
De buitenste rand van het celplasma
C
Een blaasje gevuld met vocht
D
De groene kleur van een plant

Slide 30 - Quiz


Is dit een dierlijke of plantaardige cel?
A
Dierlijk
B
Plantaardig

Slide 31 - Quiz

Chromosomen
A
zijn altijd zichtbaar onder de microscoop
B
zijn soms zichtbaar onder de microscoop
C
zijn nooit zichtbaar onder de microscoop

Slide 32 - Quiz

Hoeveel chromosomen bevalt een chromosomen paar bij de mens?
A
46
B
23
C
2

Slide 33 - Quiz

Het aantal chromosomen in een spiercel van de mens is .............het aantal chromosomen in een huidcel
A
Kleiner dan
B
Gelijk aan
C
Groter dan

Slide 34 - Quiz

Deze chromosomen zijn van een:
A
Man
B
Vrouw

Slide 35 - Quiz

Wat is een ander woord voor meiose?
Wat ontstaat bij meiose?
A
Gewone celdeling, er ontstaan lichaamscellen
B
Gewone celdeling, er ontstaan geslachtscellen
C
Reductiedeling, er ontstaan lichaamscellen
D
Reductiedeling, er ontstaan geslachtscellen

Slide 36 - Quiz

Mitose is...
A
Reductiedeling
B
Een ander woord voor DNA
C
Gewone celdeling
D
Een ander woord voor meiose

Slide 37 - Quiz

Mitose komt voor
A
Alleen in de spiercellen
B
In het hele lichaam
C
alleen in de geslachtsorganen

Slide 38 - Quiz

Aan het werk
Verder nakijken 1.1 + 1.2 (Via chromebook)
Lezen: 1.4 (Basis) / 1.3 (Kader)

Slide 39 - Slide

Aan het werk
Maak een samenvatting/mindmap van de paragrafen die lastig zijn

Slide 40 - Slide