This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Nederlandse taal en literatuur
Argumentatieve vaardigheden (T4_4)
Les 10
Programma
Uitleg [70] Zuiver redeneren en [71] Drogredenen
Zelfstandig werken
Afronding en evaluatie
Slide 1 - Slide
Presentatieronde drie!
De leerlingen die moeten presenteren blijven in 424
De andere leerlingen gaan zelfstandig aan het werk in de LessonUp of bereiden hun presentatie voor
Klaar? De andere leerlingen gaan ook aan de slag met de stof van Lezen Blok 3 Argumentatie
Succes!
Slide 2 - Slide
[70] Zuiver redeneren
Zuiver redeneren = zuiver argumenteren
Hoe je redeneert = argumentatieschema (standpunt - argumenten (hoofd- en subargumenten)
Hierbij moet je de 'wetten van de logica' volgen > rekening houden met een logische redenering (bewering - stelling - conclusie) > Ik vind, want ..., dus ...
Voorbeeld: Marianne is eigenlijk nog een groot kind, KENMERK want het liefst speelt zij nog met haar barbie.
Argumentatieschema kenmerk-eigenschap is zuiver
Slide 3 - Slide
[71] Drogredenen
Als je gelijk hebt, dan wil je ook écht je gelijk krijgen, en dan noem je soms argumenten die niet valide (= geldig) zijn
Bijvoorbeeld: 'Ik heb heb een 2,4 voor de toets, maar iedereen heeft het slecht gemaakt.', of: 'Mijn hond is wit met stipjes, dus elke hond is wit met stipjes.'
Drogredenen zijn argumenten die niet juist zijn, bedoeld om de lezer te manipuleren
Ze zijn vaak een beetje 'overdreven'
We onderscheiden de volgende vijftien drogredenen, die je moet (her)kennen voor de toets:
Slide 4 - Slide
[71] Drogredenen (1)
Slide 5 - Slide
[71] Drogredenen (2)
Slide 6 - Slide
[71] Drogredenen
Voorbeelden
Slide 7 - Slide
Zelfstandig werken
Neem de aantekeningen over, lees de aantekeningen in je boek door > deze herhaal ik na de presentaties!
Opdracht 2 (niveau: moeilijk): je krijgt kaartjes met voorbeelden van een standpunt, en argumenten, die moet je ordenen en vervolgens bepaal je of het enkelvoudig, nevenschikkend of onderschikkend is
Tijd: +-30 minuten
Klaar? Maak opdracht 6 van Lezen Blok 3
Slide 9 - Slide
Afronding en evaluatie
Wat was al Bekend (wat wist je al)? Waar ben je nog Benieuwd naar (waar heb je nog vragen over)? Wat heb je Bewaard (wat heb je onthouden)?