3hv 1e,3e en 4e naamval

de 1e, 3e en 4e naamval
woorden van de der-groep  en ein-groep 
+
Persoonlijke voornaamwoorden 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

de 1e, 3e en 4e naamval
woorden van de der-groep  en ein-groep 
+
Persoonlijke voornaamwoorden 

Slide 1 - Slide

Lernziel:



  • Ik kan het persoonlijk voornaamwoord in de 1e, 3e en 4e naamval gebruiken.
  • Ik kan de ein- en der-Gruppe in de 1e,3e, en 4e naamval gebruiken.

Slide 2 - Slide

Wat is het ONDERWERP in deze zin?
Mein Neffe hat Kopfschmerzen

Slide 3 - Open question

Wat is het LIJDEND VOORWERP in deze zin?

Die Schüler müssen eine Prüfung machen

Slide 4 - Open question

Wat is het MEEWERKEND VOORWERP in deze zin?

Der Katze habe ich etwas zu fressen gegeben

Slide 5 - Open question

Der Gruppe & Ein Gruppe

Slide 6 - Slide

Er kauft ein.. interessantes Buch (o)
A
eines
B
einem
C
ein
D
eins

Slide 7 - Quiz

Der Junge (m) gibt d.. Mädchen (o) ein.. Kuss (m)
A
das, einem
B
dem, einen
C
das, ein
D
dem, einem

Slide 8 - Quiz

De bezittelijke voornaamwoorden horen bij de EIN Gruppe!

Slide 9 - Slide

D.. Eltern (mv) schenken ihr.. Sohn (m) Geld
A
die, ihren
B
der, ihren
C
der, ihr
D
die, ihrem

Slide 10 - Quiz

Mein Vater (m) gibt unser.. Lehrer (m) ein.. Hand (v)
A
unserem, eine
B
unserem, einer
C
unseren, einer
D
unser, eine

Slide 11 - Quiz

extra oefenen ? 
klik op volgende dia

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link

EINDE

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide