Presentatie Link B1 Thema 9 Taak 4

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2Beroepsopleiding

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Thema 9 Taak 4
Wat is jouw ideale vakantie?
Bespreek in tweetallen.


Slide 2 - Slide

Programma
  1. Lezen, spreken en schrijven over vakantiedagen.
  2. Het passief gebruiken in imperfectum en perfectum
Terugblik
 Grammatica: passief
Lezen
Schrijven
Spreken

Slide 3 - Slide

Het Passief: 2 vormen:
  1. Tegenwoordige tijd: worden + voltooid deelwoord)
    Mijn moeder bakt de taart. - De taart wordt gebakken door mijn moeder. 
  2. Verleden tijd/Imperfectum: werd/werden + voltooid deelwoord (ge-woord)
    Mijn moeder bakte de taart. - De taart werd gebakken door mijn moeder.

Slide 4 - Slide

Een vorm erbij:
  1. Tegenwoordige tijd: worden + voltooid deelwoord
    Mijn moeder bakt de taart. - De taart wordt door mijn moeder gebakken
  2. Imperfectum: werden/werd + voltooid deelwoord
    Mijn moeder bakte de taart. - De taart werd door mijn moeder gebakken.
  3. Perfectum: zijn + voltooid deelwoord (ge-woord)
    Mijn moeder heeft de taart gebakken. - De taart is door mijn moeder gebakken.

Slide 5 - Slide

Tegenwoordige tijd
Actief: Men rookt hier niet.
Passief: Hier wordt niet gerookt.

Actief: De cursisten werken hard.
Passief: Er wordt hard gewerkt. (door de cursisten)

Slide 6 - Slide

Verleden tijd (imperfectum)

Actief: De monteur repareerde gisteren mijn auto.
Passief: Mijn auto werd gisteren gerepareerd.

Slide 7 - Slide

Perfectum
Actief: De nieuwslezer heeft het nieuwsbericht gelezen.
Passief: Het nieuwsbericht is gelezen.

Actief: De baas heeft de werknemer ontslagen.
Passief: De werknemer is ontslagen. 
Actief: De monteur heeft de auto gerepareerd.
Passief: De auto is gerepareerd. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Iemand heeft alle chocola opgegeten.

Slide 10 - Open question

Kim leest mijn reactie.

Slide 11 - Open question

Mijn vriend verraste mij gisteren met een etentje.

Slide 12 - Open question

Het passief met ER
De man bezorgt de krant

De krant wordt bezorgd (door de man).

De studenten lachen veel.                                 Geen onderwerp?

Er wordt veel gelachen (door de studenten).

Slide 13 - Slide

De cursisten kletsen.
A
De cursisten worden gekletst.
B
De cursisten zijn gekletst.
C
De cursisten werden gekletst.
D
Er wordt gekletst (door de cursisten).

Slide 15 - Quiz

De kinderen speelden buiten.
A
De kinderen worden buiten gespeeld.
B
De kinderen zijn buiten gespeeld.
C
Er wordt buiten gespeeld (door de kinderen).
D
Er werd buiten gespeeld (door de kinderen).

Slide 16 - Quiz

Hij heeft gevoetbald.
A
Hij is gevoetbald.
B
Hij wordt gevoetbald.
C
Er wordt gevoetbald (door hem).
D
Er is gevoetbald (door hem).

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Maak een passieve zin bij de vorige foto

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Maak een passieve zin bij de vorige foto

Slide 21 - Open question

Vragen?

Slide 22 - Slide

Opdrachten maken in Link Doe de taak: 

Zelfstandig of Samen 
Opdr. 2 
Opdr. 3
Opdr. 4
Opdr. 5
Opdr. 6  





timer
0:30

Slide 23 - Slide

Terugkijken 
Wat hebben we gedaan?
Lezen, spreken en schrijven over vakantiedagen.
Het passief gebruiken in imperfectum en perfectum
Passief met ER

Schrijf een vraag of een woord op de post-it om maandag te bespreken. 




Slide 24 - Slide

Huiswerk maandag: 
Thema 10.1  - 1 t/m 6
Test Jezelf Thema 9



Slide 25 - Slide