Psychogeriatrie

Psychogeriatrische problemen
1 / 37
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Psychogeriatrische problemen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Je weet wat psychogeriatrische aandoeningen zijn
  • Je kan omgangsadviezen geven bij psychogeriatrische problemen;

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?

  • Leerdoelen deze les
  • Theorie psychotherapie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn psychogeriatrische problemen?


De psychogeriatrie houdt zich bezig met aandoeningen die gepaard gaan met beperkingen van de geestelijke vermogens (psycho) op hogere leeftijd (geriatrie). 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vormen van dementie
DSM-5: Dementie valt onder de neurocognitieve stoornissen
  • alzheimer
  • vasculaire dementie
  • frontotemporale dementie
  • Lewy-body-dementie
  • korsakov
  • parkinson
  • ziekte van Creutzfeldt-Jacob

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

QUIZZZZZZ
Inloggen op lessonup

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat komt er in je op als je denkt aan dementie?

Slide 8 - Mind map

This item has no instructions

Dementie komt alleen bij 65-plussers voor
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Dementie kan al voorkomen vanaf 30-jarige leeftijd

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vergeetachtigheid is een voorbode van dementie
A
Juist, vergeetachtigheid is de eerste fase van dementie
B
Onjuist, vergeetachtigheid hoort bij het ouder worden
C
Dat kan, maar het hoeft niet

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de meest voorkomende vorm van dementie?
A
Frontotemporale dementie
B
De ziekte van Alzheimer
C
Vasculaire dementie

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

In 70% van de gevallen is er sprake van Alzheimer

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Op jonge leeftijd gaan mensen met dementie sneller achteruit
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar
C
Dat is soms waar

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat jonge mensen gemiddeld genomen sneller achteruit gaan. Dit kan echter per individu verschillen

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Mijn moeder heeft de ziekte van Alzheimer. De kans is groter dat ik het nu ook krijg
A
Dat is waar
B
Dat is niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Dementie is in een klein aantal gevallen erfelijk. De kans neemt toe naarmate dementie vaker op jonge leeftijd in de familie vormt. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen vergeetachtigheid en dementie?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke symptomen zie je bij dementie?

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

Geheugenstoornissen
- Nieuwe informatie niet meer opnemen.
- Opgeslagen informatie moeilijk ophalen

Cognitieve stoornissen
- Afasie/ Taalstoornis
- Apraxie/ Verminderd vermogen van het uitvoeren van motorische handelingen
- Agnosie/ onvermogen om objecten te herkennen

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat kan iemand met dementie zelf doen?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Video

This item has no instructions

Wat gebeurt er in het brein bij mensen met dementie?
A
Stofwisseling in zenuwcellen is hoog
B
Stofwisseling in zenuwcellen is laag
C
Stofwisseling in zenuwbanen is laag
D
Stofwisseling in zenuwbanen is hoog

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Vragen?
En dan aan het werk.......



Wil je opdrachten laten checken? Dan kom even langs

Slide 37 - Slide

This item has no instructions