Ontledingsreacties

Practicum 1: Antwoorden van de vragen A t/m D
1 / 10
next
Slide 1: Open question
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Practicum 1: Antwoorden van de vragen A t/m D

Slide 1 - Open question

Ontledingsreacties
Doelen:
  • Je kunt reactieschema's opzetten
  • Je kunt uitleggen wat een ontledingsreactie is
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen een ontleedbare stof en een niet ontleedbare stof.

Slide 2 - Slide

Chemische reactie
  • Beginstoffen verdwijnen, reactieproducten ontstaan.
  • Alle stoffen zijn opgebouwd uit kleine deeltjes: moleculen
  • Bij een chemische reactie "verdwijnen" moleculen en worden nieuwe moleculen gevormd. -> verklaren door het atoommodel.

Slide 3 - Slide

Atoommodel:
  • Moleculen zijn opgebouwd uit nog kleinere deeltjes; atomen. Die zijn niet te vernietigen.
  • Er zijn ongeveer 100 atoomsoorten bekend; deze hebben allemaal hun eigen symbool.
  • Wanneer je meerdere atomen aan elkaar hebt, vormt dat een molecuul; bijvoorbeeld water (H2O).

Slide 4 - Slide

Reactieschema
  • Reacties geven weer in schema's.
  • Beginstof(fen) --->  Reactieproducten.
    Hierin geef je altijd de fase aan!
  • Methaan(g) + Zuurstof (g) --> Koolstofdioxde (g) + Water (g)
  • Dit mag je ook in symbolen doen.

Slide 5 - Slide

Ontledingsreactie
  • Ontleden; uit elkaar halen.
  • Chemische reactie waarbij er uit 1 beginstof 2 of meer             
      reactieproducten ontstaan.
  • Vaak is er een bron van energie nodig;
      elektriciteit, warmte, licht, water.
  • Elektrolyse, thermolyse, fotolyse

Slide 6 - Slide

Stoffen
Ontleedbarestoffen bestaan uit twee of meer atoomsoorten.

Slide 7 - Slide

Water (s) ---> Water (l)
Is een voorbeeld van:
A
Chemische reactie
B
Ontledingsreactie
C
Faseovergang
D
Geen chemische reactie

Slide 8 - Quiz

Suiker (s) ---> Koolstof (s) + Waterstof (g) + Zuurstof (g)
Is een voorbeeld van:
A
Chemische reactie
B
Ontledingsreactie
C
Faseovergang
D
Geen chemische reactie

Slide 9 - Quiz

Opdrachten uit paragraaf 2.

Slide 10 - Slide