4.2 Wat is er thuis verzekerd?

Kies je voor zekerheid?
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Kies je voor zekerheid?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

nakijken 4.1
uitleg 4.2
maken 4.2 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke verzekeringen heb je ook al weer?

Slide 3 - Mind map

Bespreek de vragen met de leerlingen. Vraag vervolgens ook of ze zichzelf voor deze risico's zouden willen verzekeren.
Je hebt verzekeringen voor...
  • Thuis en Buitenshuis (§4.2)
  • Scooter/Auto (§4.3)
  • Zorg (§4.4)

en nog veel meer.... 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Vandaag leer je ...
  • dat je aansprakelijkheid voor schade aan anderen kunt verzekeren
  • wat voor verzekeringen je voor een huis nodig hebt
  • hoe je voor woonhuisverzekeringen de premie berekent
  • wat het gevolg is als je onvoldoende verzekerd bent
  • hoe je kunt voorkomen dat je ongemerkt te laag verzekerd raakt

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Je brengt per ongeluk schade aan iemand anders toe. Volgens de wet ben jij aansprakelijk voor die schade.

Tegen dit risico kun je je verzekeren met een
AVP = Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren. 

Met een AVP is het hele gezin, ook de huisdieren, verzekerd voor schade aan anderen.

§ 4.2
Wettelijke aansprakelijkheid

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Woonverzekeringen
Verzekeringen voor je huis
Inboedelverzekering
  • voor de spullen in je huis.
  • verzekerd tegen: inbraak, brand en waterschade
  • vaak verzekerd voor de nieuwwaarde (Check dit in de polisvoorwaarden).
Opstalverzekering
  • voor het huis zelf verzekerd tegen brand en stormschade
  • verzekerd voor de herbouwwaarde
§ 4.2

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Je bent

juist verzekerd: verzekerd bedrag = werkelijke waarde
  • Bijvoorbeeld: Je huis is voor € 300.000 verzekerd.
  •  De waarde van het huis is € 300.000.
oververzekerd: verzekerd bedrag > werkelijke waarde
  • Bijvoorbeeld: Je huis is voor € 325.000 verzekerd.
  •  De waarde van het huis is € 300.000.
onderverzekerd: verzekerd bedrag < werkelijke waarde
  • Bijvoorbeeld: Je huis is voor € 250.000 verzekerd.
  •  De waarde van het huis is € 300.000.



Voldoende verzekerd?
§ 4.2

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions


Over, onder of precies goed?
verzekerd bedrag = € 300.000
werkelijke waarde = € 280.000
A
Oververzekerd
B
Onderverzekerd
C
Juist verzekerd

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions


Over, onder of precies goed?
verzekerd bedrag = € 80.000
werkelijke waarde = € 120.000
A
Oververzekerd
B
Onderverzekerd
C
Juist verzekerd

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


Over, onder of precies goed?
verzekerd bedrag = € 350.000
werkelijke waarde = € 350.000
A
Oververzekerd
B
Onderverzekerd
C
Juist verzekerd

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


Over, onder of precies goed?
verzekerd bedrag = € 40.000
werkelijke waarde = € 45.000
A
Oververzekerd
B
Onderverzekerd
C
Juist verzekerd

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Formules
§ 4.2

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
  • Maak van H4.2 opdr. 2 t/m 10 op blz. 104 t/m 107 opdracht 11 nog niet!

Klaar?
  • Lees de leertekst op blz. 108 en 109
  • Werk alvast verder aan de opdrachten 2 t/m 4 van paragraaf2

Slide 15 - Slide

This item has no instructions