This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Welkom
Tas en jas van tafel Laptop pakken
Ga in deze Lesson Up
Slide 1 - Slide
Hoofdstuk 5
Planten.............
Slide 2 - Slide
Hoofdstuk 5
Planten!!!!!!
Slide 3 - Slide
Gimpy Gimpy
Komt alleen voor in Australië
Slide 4 - Slide
www.tiktok.com
Slide 5 - Link
Doelstelling
Je kunt het verschil zien tussen de cellen van een plant en die van een dier
Je kunt aan een plantencel zien of in deze cel fotosynthese plaats kan vinden.
om deze doelstellingen te halen ken je de organellen en hun functie
Slide 6 - Slide
Zet de volgende componenten op volgorde van groot naar klein:
1
2
3
4
Celorganellen
Organen
Cellen
Weefsel
Slide 7 - Drag question
Welke celorganellen ken je nog? (hoofdstuk 1)
Slide 8 - Open question
Celorganellen (1)
- Celkern stuurt de cel aan en regelt alle processen
- Cytoplasma stroperige vloeistof met daarin alle onderdelen van een cel
- Celmembraan zit om de cel heen, houdt alles binnenin de cel en regelt wat er in en uit de cel gaat
Slide 9 - Slide
De plantencel
Heeft ook een celkern, celmembraan en cytoplasma
Extra zijn de celwand, vacuole en bladgroenkorrels
Slide 10 - Slide
"Plantencel natuurgetrouw"
"Plantencel schematisch"
De celwand
De celwand geeft stevigheid aan een cel.
Vacuole
Dit is een met vloeistof en opgeloste stoffen gevulde membraan
Bladgroenkorrel
Een bladgroenkorrel is een type plastide. Met een bladgroenkorrel kan een cel aan fotosynthese doen (maken van zuurstof en suiker)
Slide 11 - Slide
Welke onderdelen zitten er in een plantencel? Sleep de goede antwoorden ernaar toe.
plantencel
celmembraan
cytoplasma
Vacuole
celwand
bladgroenkorrels
celkern
Slide 12 - Drag question
bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand
Slide 13 - Drag question
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Benoem nummer 3
Slide 14 - Open question
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Benoem nummer 2
Slide 15 - Open question
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Benoem nummer 4
Slide 16 - Open question
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Benoem nummer 5
Slide 17 - Open question
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Benoem nummer 6
Slide 18 - Open question
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Benoem nummer 7
Slide 19 - Open question
Fotosynthese?
Doel: - voedsel maken
- glucose kan worden omgezet tot energie
- gebeurt in bladgroenkorrels
Slide 20 - Slide
Fotosynthese (zet voor de pijl en na de pijl de woorden op alfabetische volgorde
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht
Slide 21 - Drag question
Je kunt fotosynthese ook als een formule opschrijven. Voor de pijl staat wat er nodig is en na de pijl staat wat er gevormd wordt. Noteer wat er op nummer 1 t/m 5 komt te staan.
1 + 2 + 3 ---> 4 + 5
Slide 22 - Open question
Je weet nu:
Wat fotosynthese is
Dat bladgroenkorrels zorgen dat een cel aan fotosynthese kunnen doen.
Je gaat nu onderzoeken in welke organen van planten fotosynthese plaats kan vinden
Slide 23 - Slide
Organen
Wortel
Stengel
Blad
Bloem
Vrucht
Zaad
Slide 24 - Slide
Met dit onderdeel kan de plant ademen
Hier worden water en voedingsstoffen opgenomen
Hier maakt de plant glucose (suiker)
Hier zitten de voortplantingsorganen van de plant
Slide 25 - Drag question
Dit zijn cellen uit een blad, kunnen deze cellen aan fotosynthese doen?
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quiz
Dit zijn cellen uit een plantenwortel, kunnen deze cellen suiker (glucose) maken?
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quiz
Dit zijn cellen uit een stengel, kunnen deze cellen suiker (glucose) maken?
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quiz
Voortplanting
Bloem
Stengel
Wortel
Water en mineralen opnemen
Glucose maken
Blad
Stoffen vervoeren en stevigheid geven
Slide 29 - Drag question
Conclusies
Alle cellen in de groene delen van planten hebben bladgroenkorrels.
Door bladgroenkorrels kan een cel aan fotosynthese doen
Dus alle groene delen van een plant kunnen glucose maken
Slide 30 - Slide
Huiswerk
Paragraaf 5.1: Opdrachten 3 t/m 10
Slide 31 - Slide
Doelstelling
Je kunt het verschil zien tussen de cellen van een plant, en die van een dier of schimmel.
Je kunt aan een plantencel zien of in deze cel fotosynthese plaats kan vinden.
om deze doelstellingen te halen ken je de organellen en hun functie
Slide 32 - Slide
plant / dier / schimmel
Neem de tabel op de pagina hiernaast over,
jij gaat deze les onderzoeken welke organellen je in welk type cel kunt tegenkomen.
Slide 33 - Slide
Plantencel
Zie jij een celwand? plastiden? Een vacuole? Celkern?
Noteer dan een "ja"op de juiste plek(ken) in je tabel
Twijfel je? Noteer dan eerst niks
Slide 34 - Slide
Dierlijke cel
Zie jij een celwand? plastiden? Een vacuole? Celkern?
Noteer dan een "ja"op de juiste plek(ken) in je tabel
Twijfel je? Noteer dan eerst niks
Slide 35 - Slide
Schimmelcel
Zie jij een celwand? plastiden? Een vacuole? Celkern?
Noteer dan een "ja"op de juiste plek(ken) in je tabel
Twijfel je? Noteer dan eerst niks
Slide 36 - Slide
plant / dier / schimmel
Neem de tabel op de pagina hiernaast over,
Slide 37 - Slide
Conclusie
Heeft de cel plastiden? JA -> het is een plant
Heeft de cel een celwand? Nee -> het is een dier
Heeft de cel een celkern? Nee -> het is een bacterie
Anders is het een schimmel
Slide 38 - Slide
Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant
Slide 39 - Drag question
Huiswerk
lees: uit welke delen bestaat een plant & waaruit bestaat een plantencel