4.4 kerk & staat

Hoofdstuk 4 Steden en Staten
1 / 38
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 Steden en Staten

Slide 1 - Slide

1. welkom
2. introductie Kerk en Staat en de investituurstrijd
3 opdrachten.
4. afronding


Slide 2 - Slide

kenmerken aspect
het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke
macht het primaat behoorde te hebben 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Paus Gelasius
 (494) p 4.3

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Investituur
  • Investituur: een plechtige benoeming
  • Om de macht te vergroten, benoemden Duitse keizers vanaf de 10e eeuw bisschoppen als vazal
  • Meer trouwer aan de keizer dan de paus en geen gevaar van erfzonen (vanwege het celibaat)

Slide 7 - Slide

de investituurstrijd
  • tweezwaardenleer belangrijk
  • waar ligt het primaat? (hoogste gezag)
  • Bisschoppen benoemd door de keizer 
  • Strijd tussen Gregorius VII en Duitse keizer Hendrik IV over benoeming geestelijken


Slide 8 - Slide

Er volgt een investituurstrijd
  • Paus Gregorius VII (1075): alleen ik mag bisschoppen benoemen.
  • Duitse keizers en koningen: wij willen dat ook zelf doen
  • Duitse keizer is zijn macht over de bisschoppen dus kwijt....

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

excommunicatie Hendrik IV
Canossa (1077)

Slide 11 - Slide

opdrachten 
zie stencil en verder sheets in LessonUp

Slide 12 - Slide

Bekijk op de volgende sheet een filmische bewerking van Gang naar Canossa (1077). 
Het is een stuk uit een langere film. Het geeft een aardig beeld over de gebeurtenis. 

En er zit een extra uitdaging in, het is in het Duits.... 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Vragen bij bron 1:
De koningen en keizers waren gewend zelf nieuwe bisschoppen te benoemen in hun rijken. Nu komt de paus met zijn Dictatus Papae. Op dat moment was Hendrik IV koning van het Duitse Rijk. Hij wilde nog naar Rome om zich tot keizer te laten kronen, net als zijn voorgangers.
1. Met welke uitspraken uit bron 1 zouHendrik IV niet blij zijn? Neem de cijfers over en schrijf op waarom je er niet blij mee zou zijn.

Slide 15 - Open question

Bron 2. Paus Gregorius heette eigenlijk Hildebrand. Op het moment dat hij paus werd, had hij de naam Gregorius overgenomen.
1. Hendrik IV spreekt de paus met zijn originele naam aan. Waarom?
2.Waarom noemt Hendrik IV de paus Gregorius VII een valse monnik?
3. Wie was Petrus? Waarom wordt hij aangehaald?


Slide 16 - Open question

Bron 2. Twee keer haalt koning Hendrik IV de Bijbel aan (de twee stukken tussen aanhalingstekens).
4. Waarom doet hij dat?
5. Hoe belangrijk denk je dat de Bijbel is voor de bisschoppen, de kerk en de paus? 6. Wat wordt bedoelt met ‘Daal af, daal af’?

Slide 17 - Open question

Bron 3. De paus doet in deze brief de Duitse koning Hendrik IV in de ban.
1. Is de paus het eens met de brief van Hendrik IV (bron 2)? Waar blijkt dit uit in bron 3?
2. Leg uit wat ‘in de ban doen’ inhoudt.

Slide 18 - Open question

Lees eerst het bijschrift onder bron 4 t/m 6
Op de volgende sheet staan drie afbeeldinge, 3 letters en drie jaartallen . 

1. Zet de beschrijvingen bij de juiste afbeelding:

2. De afbeeldingen zijn niet even oud. Zet de juiste datum (waarop de afbeelding is gemaakt) bij de juiste afbeelding:

Slide 19 - Slide

A Koning Hendrik IV vraagt abt Hugo van Cluny om te helpen bij het conflict met de paus. Ook wordt Mathilde van Toscane gevraagd om te helpen.
B Koning Hendrik IV staat blootvoets met zijn vrouw en kind voor de poort van het kasteel van Canossa en vraagt of hij de paus kan spreken. De paus is druk bezig (achtergrond).
Koning Hendrik IV staat alleen blootsvoets voor de poort van Canossa. Op de achtergrond is de paus druk bezig.
12de
15de
19de

Slide 20 - Drag question

bron 7. Probeer de strip zo nauwkeurig mogelijk te ontcijferen. Wat is er gebeurd ná de Gang naar Canossa?
Personen die erin voorkomen zijn: Hendrik IV, Guibert van Ravenna (een nieuwe paus) en Gregorius VII)

Slide 21 - Open question

Kijk nog eens goed naar de afbeeldingen. Wat is er veranderd in het verhaal van Canossa? welke personen krijgen door de tijd heen een andere rol? kan je uitleggen hoe dat kan?

Slide 22 - Open question

Voorlopig einde investituurstrijd:
Concordaat van Worms (1122):
bisschoppen ontvangen van

1.  de paus: geestelijke macht
2. de keizer: wereldlijke macht

Uiteindelijk wint de paus in 1122. De bisschoppen mogen vazallen worden van de Duitse keizer, maar alleen de paus mag de bisschoppen benoemen.

Gevolg voor de Duitse keizers:
minder macht: hoge geestelijken waren hoge edelen > disloyaal > verbrokkeling Duitse Rijk

Slide 23 - Slide

samenvattende opdracht. Vul de domino in.
 (klassikaal bespreken)

Slide 24 - Slide

Quizvragen
hierna volgen enkele quizvragen over de stof

Slide 25 - Slide

wat bedoelen we met de tweezwaardenleer?
A
de strijd tussen de geestelijke en wereldlijke macht over de leiding van de kerk
B
het schisma
C
de strijd tussen de paus en de bisschop over de leiding van de kerk
D
de leiding van de kerk in handen van christus en niet van de keizer

Slide 26 - Quiz

Een investituur is ....
A
Een promotie van een geestelijke
B
Benoeming van een nieuwe paus
C
Een plechtige benoeming van een bisschop
D
Een ruzie tussen de paus en de kerk

Slide 27 - Quiz

Waarom willen Duitse keizers zo graag bisschoppen benoemen als vazallen?
A
Bisschoppen zijn meer trouw aan de keizer en kunnen bovendien geen kinderen als opvolgers hebben
B
Bisschoppen zijn vroom: dat wil zeggen dat ze zich goed en netjes gedragen.
C
Bisschoppen kunnen het volk goed onder controle houden, omdat bisschoppen christelijke leiders zijn.
D
Bisschoppen zijn heel goed in het besturen van een stuk land.

Slide 28 - Quiz

Wat is de taak van de keurvorsten?
A
Zij keuren het eten van de vorsten zodat vorsten niet vergiftigd kunnen worden.
B
Keurvorsten kiezen gezamenlijk een nieuwe Duitse keizer.
C
Keurvorsten controleren de vazallen op trouwheid aan de vorsten. Vazallen die niet gehoorzamen, worden ontslagen.
D
Keurvorsten zijn de zeven mogelijke opvolgers van de nieuwe Duitse keizer.

Slide 29 - Quiz

De tweezwaardenleer hield in dat de wereldlijke macht de hoogste macht had
A
waar
B
niet waar

Slide 30 - Quiz

Centralisatie is het begin van het einde van welk systeem?
A
Feodalisme
B
Tweezwaardenleer
C
Staatsvorming
D
Investituurstrijd

Slide 31 - Quiz

kenmerken aspect toepassen
Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke
macht het primaat behoorde te hebben
 
Ben je nu in staat om het kenmerkend aspect uit te leggen en te plaatsen?

Slide 32 - Slide

tip
Je hebt nu met behulp van LessonUp de investituurstrijd behandeld. Als je je boek goed hebt gelezen staat daar nog veel meer informatie. Ook informatie die niet over de investituurstrijd gaat. In het proefwerk wordt over paragraaf 4.4 gevraagd over de investituurstrijd. Om het kaf van het koren te scheiden kan je een woordweb maken. In het woordweb zet je alles wat met de investituurstrijd te maken heeft. dat zijn in dit geval de eerste drie subparagraafjes. 
Daarnaast zou je een rijtje kunnen maken met begrippen die wel in het boek staan maar niet met de de stof die in LessonUp is behandeld te maken heeft.
Uiteraard wil ik, als je dat op prijs stelt, graag naar je woordweb kijken. 

p.s. je kan natuurlijk ook voor een andere vorm kiezen, dat is aan jou.

Slide 33 - Slide

hierna volgt extra materiaal. ondermeer een filmpje


facultatief

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video

de investituurstrijd
  • tweezwaardenleer belangrijk
  • waar ligt het primaat?
  • Otto I beheerste keuze paus
  • ook bisschoppen benoemd door de keizer (lekeninvestituur)
  • paus Gregorius VII zette zaak op scherp (1075)
  • Keizer Hendrik IV reageerde:


Slide 37 - Slide

Hierarchie
Paus: hoofd van de katholieke kerk
Plaatsvervanger van Petrus

Slide 38 - Slide