h1a (6e uur, wo 24-3-21)

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Guten Tag h1a

Wie geht's?

Erzähl mal was du diese Woche gemacht hast

Zwei Teile

15 minuten in der Klasse 

und

15 min zu Hause

Zu Hause 

Machen bis 12:50 Uhr

Schritt 26: Aufgabe 1, 2

 

In der Klasse

Hallo, wie geht's?

Erzähl mal über dein Lieblingsessen, deine Hobbys, etwas über dich selbst

Lernziele

kennen

- je kent de woorden van de woordenlijst van S26

können

- je kunt werkwoorden met s-klank vervoegen

- je kunt een kort bericht via social media schrijven

- je kunt  bij dit bericht een afspraak bevestigen of afzeggen

Hausaufgaben für heute

Schritt 25: 

Kontrolieren

Aufgabe 1 und 5 und Stempeln bitte

Schritt 26, Aufgabe 1

Erstmal lesen

Arbeite zu zweit, Mache 1b

Bis 12:40 Uhr

Fertig, Mache Aufgabe 2

Schritt 26, Aufgabe 3

Uitleg op het bord

Lernziele

kennen

- je kent de woorden van de woordenlijst van S26

können

- je kunt werkwoorden met s-klank vervoegen

- je kunt een kort bericht via social media schrijven

- je kunt  bij dit bericht een afspraak bevestigen of afzeggen

Selbständiges Arbeiten

Bitte in ruhe arbeiten

Schritt 26: Aufgabe 2, 3, 4

Hallo ihr zu Hause!

Wie geht's?

Erzähl mal was du diese Woche gemachts hast!

Lernziele

kennen

- je kent de woorden van de woordenlijst van S26

können

- je kunt werkwoorden met s-klank vervoegen

- je kunt een kort bericht via social media schrijven

- je kunt  bij dit bericht een afspraak bevestigen of afzeggen

Hausaufgaben für heute

Schritt 25: 

Kontrolieren

Aufgabe 1 und 5 und Stempeln bitte

Schritt 26, Aufgabe 1

Erstmal lesen

Mache 1b

Bis 13:10 Uhr

Fertig, Mache Aufgabe 2

Schritt 26, Aufgabe 3

Uitleg op het bord

Regelmatige werkwoorden

zit er in de stam een -s klank: -s, -ß, -z?

Bij du geen -st, maar -t

du heißt, du tanzt, du überweist

tanzen

jij danst

1. du tanzest
2. du tanzt
3. du tanzst
4. du tanzste

beantworten

jullie beantwoorden

1. ihr beantwortest
2. ihr beantwort
3. ihr beantwortet
4. ihr beantworte

fragen

hij vraagt

1. er fragst
2. er fragt
3. er fraget
4. er fragte

heten

jij heet

1. du heißt
2. du heißst
3. du heiße
4. du heissest

Lernziele

kennen

- je kent de woorden van de woordenlijst van S26

können

- je kunt werkwoorden met s-klank vervoegen

- je kunt een kort bericht via social media schrijven

- je kunt  bij dit bericht een afspraak bevestigen of afzeggen

Selbständiges Arbeiten

Bitte in ruhe arbeiten

Schritt 26: Aufgabe 2, 3, 4

Auf Wiedersehen

Bis nächste Woche