This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Nederlands
Theorie (tekst)verbanden en signaalwoorden
Slide 1 - Slide
Vandaag
- Uitleg signaalwoorden en verbanden (zie boek B blz 16 en 17)
- Zelf aan de slag met de opdrachten uit het boek
OF met de presentatie uit het moduleboekje (1.4)
Slide 2 - Slide
Uitleg
Je gaat nu naar een filmpje luisteren en tussendoor krijg je vragen.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
00:00
Welke (tekst)verbanden ken je nog?
Slide 5 - Open question
01:01
Het regent, .... trek ik een regenpak aan. Welk signaalwoord moet je gebruiken?
A
en
B
daarom
C
daardoor
Slide 6 - Quiz
01:38
Chronologisch tekstverband
Andere woorden zijn: tijdaangevend, tijdvolgorde
Slide 7 - Slide
01:47
Maak een zin met een opsommend tekstverband, bijv. van wat je graag eet.
Slide 8 - Open question
02:30
Je krijgt 10 euro als je geen onvoldoendes op je rapport hebt. Wat is het signaalwoord?
A
10 euro
B
geen onvoldoendes
C
als
D
je rapport
Slide 9 - Quiz
02:45
Overzicht tekstverbanden
Opsomming
Tegenstelling
Reden
Tijd (chronologie)
Conclusie
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, MAAR er klinken ook andere geluiden. Welk tekstverband geeft 'maar' aan?
A
doel-middel
B
opsomming
C
tegenstelling
D
toelichting
Slide 12 - Quiz
De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. ZO kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud. Welk tekstverband geeft 'zo' in de tweede zin aan?
A
conclusie
B
oorzaak-gevolg
C
reden of verklaring
D
toelichting of uitleg
Slide 13 - Quiz
De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. Zo kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud. OOK weegt een koffiebeker van piepschuim minder dan papier WAARDOOR het vervoeren goedkoper en milieuvriendelijker is. Welk tekstverbanden geven 'ook' en 'waardoor' in de derde zin aan?
A
ook = opsomming
waardoor = reden-verklaring
B
ook = tegenstelling
waardoor = oorzaak-gevolg
C
ook = opsomming
waardoor = oorzaak-gevolg
D
ook = toelichting of uitleg
waardoor = vergelijking
Slide 14 - Quiz
De papieren beker lijkt op het eerste gezicht een minder slecht alternatief, maar er klinken ook andere geluiden. Zo kost de papierindustrie veel schoon drinkwater en regenwoud. Ook weegt een koffiebeker van piepschuim minder dan papier waardoor het vervoeren goedkoper en milieuvriendelijker is. Daarnaast kost het maken van een papieren beker tweeënhalf keer zo veel energie als een beker van piepschuim. WELK SIGNAALWOORD VAN EEN OPSOMMING ZIE JE IN DE LAATSTE ZIN?
A
daarnaast
B
zo
C
er staat geen signaalwoord van een opsomming in
D
zo ... als
Slide 15 - Quiz
Kies de twee goede antwoorden.
Tekstverbanden...
A
... geven alinea's aan.
B
... geven het doel van een tekst aan.
C
... geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben.
D
... helpen je een tekst beter te begrijpen.
Slide 16 - Quiz
Sleep de signaalwoorden naar de juiste tekstverbanden.