2.5 Celcyclus (deel 2) + leren voor biologie

DNA en de celcyclus
Deze les:
- Afronding 2.5: DNA en de celcyclus 
- Huiswerk volledig afronden 
- Leren voor biologie
- Een aantal oefenvragen
 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

DNA en de celcyclus
Deze les:
- Afronding 2.5: DNA en de celcyclus 
- Huiswerk volledig afronden 
- Leren voor biologie
- Een aantal oefenvragen
 

Slide 1 - Slide

2.5 Leerdoelen en begrippen
15. Je beschrijft de stappen van de celcyclus
16. Je beschrijft de stappen van de mitose
17. Je legt uit waardoor ongecontroleerde celgroei ontstaat, benoemt het verschil tussen tumor en kanker

Celcyclus, Interfase, G1-fase, S-fase, Chromatiden, Centromeer, G2-fase, M-fase, Mitose, Profase, Kernspoel, Metafase, Anafase, Telofase, Celdeling, G0-fase, Tumorsuppresorgen, Apoptose, Tumor, Kanker, Metastaseren

Slide 2 - Slide

Levenscyclus van een cel
BINAS 76A

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Beide chromatiden van 1 chromosoom breken op dezelfde plaats. Het gebroken stuk van het ene DNA-molecuul komt aan andere, en omgekeerd. Wat is het resultaat na celdeling?
A
Er ontstaan 2 cellen met 46 precies gelijke DNA-moleculen.
B
Er ontstaan 2 cellen met 46 DNA-moleculen. De ene cel heeft meer DNA dan de andere.
C
Er ontstaan een cel met 45 en een cel met 47 DNA moleculen.

Slide 7 - Quiz

De hoeveelheid DNA in rustende lichaamscel = x
Een tijd later vindt mitose plaats in deze cel. Hoeveel DNA bevat de cel tijdens de anafase.
A
1/2 x
B
x
C
2x
D
dat kun je niet weten

Slide 8 - Quiz

Rustende cel : DNA=x
rustend = Go

Later vindt mitose plaats, dus cel gaat de celcyclus in en start met G1 en daarna de S-fase.
Tijdens S-fase: DNA replicatie, dus x --> 2x

Dan mitose, en bij Anafase heeft de cel zich nog niet gedeeld, dus nog steeds 2x

Slide 9 - Slide

Wat zien we hier?
A
2 zusterchromatiden
B
2 homologe chromosomen

Slide 10 - Quiz

Wanneer is dit karyogram gemaakt?
A
Vlak voor de celdeling
B
Vlak na de celdeling
C
Kan je niet weten

Slide 11 - Quiz

Profase
Metafase
Anafase
Telofase
Interfase

Slide 12 - Drag question

Welke fasen van de celcyclus worden bedoeld bij I, II en III?

I: In deze fase worden de meeste organellen bijgemaakt
II: Aan het eind van deze fase bestaat een chromosoom uit 2 chromatides
III: In deze fase worden de enzymen voor de DNA-replicatie gemaakt

A
I= G1, II= M en III=S
B
I=G1, II=S en III=G2
C
I=G2, II=S en III=G1
D
I=G2, II=M en III=S

Slide 13 - Quiz

Kanker
(ongecontroleerde celdeling)

Slide 14 - Slide

Hoe komt het dat chemotherapie juist bij jonge kinderen veel bijwerkingen heeft?
A
Veel cellen zijn in de Go- fase van de celcyclus
B
Veel cellen zijn in de G1-fase van de celcyclus
C
Veel cellen zijn in de S-fase van de celcyclus
D
Veel cellen zijn in de G2-fase van de celcyclus

Slide 15 - Quiz

Cisplatine = cytostaticum. Door binding van cisplatine kan het DNA niet meer verdubbelen. Welke fase van de celcyclus wordt dan verstoord?

A
G1-fase
B
G2-fase
C
M-fase
D
S-fase

Slide 16 - Quiz

Welke vragen heb je nog over het huiswerk?

Slide 17 - Mind map

Afronden huiswerk
Opdrachten 3.3 + 3.4: 21, 22, 23, 27, 28, 30, 31, 34, 35, 37, 38, 41, 42, 43, 44, 45
Opdrachten 2.5: 67 t/m 78

Heb je alles af?
  • Eerst aanvullen wat je nog niet hebt 
  • Daarna nakijken via Classroom

Slide 18 - Slide

Hoe leer ik biologie?
samenwerken
altijd test jezelf
hoe leer ik? mindmap? flashcards?
Hulp vragen: vragen stellen
biologiepagina
Luisteren naar de instructie,
let ik op tijdens de les?
nakijkknop
zelf een sv maken
altijd hw maken
eigen sv vergelijken met die v h boek

Slide 19 - Slide

Reproductie (R) = Onthouden 
  • Gericht op herinneren, onthouden van informatie, je hoeft het niet te snappen.
  • Vragen die kunnen worden beantwoord op basis van uit het hoofd geleerde lesstof
  • Werkwoorden: benoemen, beschrijven, aanwijzen, stappen aangeven.

1. Boek doornemen (tekst + afbeeldingen!)
2. Begrippenlijst maken (hoe?)
3. Begrippen leren (hoe?)
4. Uitleg => presentaties + uitlegvideo's (biologielessen, biologiemetjoost, ngbiologie, biojuf)

Slide 20 - Slide

Toepassing 1 (T1) = Begrijpen
  • Gericht op het in eigen woorden weergeven wat de docent (c.q. het boek) heeft gezegd. 
  • Vragen die gericht zijn op het toepassen van de leerstof in bekende (geoefende) situaties.
  • Werkwoorden: uitleggen, voorbeelden geven, een verklaring geven, berekenen.

1. Vragen stellen  
3. Binastabellen beschrijven
4. Subleerdoelen beantwoorden

Slide 21 - Slide

Toepassing 2 (T2) = Verbanden
  • Gericht op het verbinden van kennisdelen, vraagt meerdere denkstappen en het koppelen van gegevens. 
  • Vragen die gericht zijn op het toepassen van de leerstof in nieuwe situaties.
  • Werkwoorden: vergelijken, gegevens koppelen, voorspellen, beoordelen, beargumenteren

1. Begrippen ordenen (op welke manieren kan dat?)
2. Hoofdleerdoelen beantwoorden
3. Afbeeldingen beschrijven/uitleggen
4. Een woord weg
5. Examenopgaven maken

Slide 22 - Slide

Inzicht (I)
  • Gericht op het gebruiken van kennis in een nieuwe, onvoorspelbare situatie, waarbij de denkstappen niet gegeven zijn.
  • Vragen waarbij de leerling zelf de context en methode moet construeren om tot een antwoord te komen.
  • Werkwoorden: creëren, ontwerpen, bewijzen, conclusies aangeven, onderzoeken.​

1. Examenopgaven maken (vaak 2 of meer punten)
2. Werkplan maken

Slide 23 - Slide

Aan de slag!
  1. Maak de diagnostische toets van H2 en H3 voor jezelf alsof het een echte toets is
  2. Pak het boek erbij en vul je antwoorden aan
  3. Na 15 minuten: overleg met je buur over de vragen die je nog lastig vindt
  4. Nakijken met het antwoordmodel

Slide 24 - Slide