BSM w5 periode 1 Activerende werkvormen

• Lichamelijke opvoeding
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Anaerobe verbranding

Aerobe verbranding

Verbranding zonder zuurstoft

Verbranding met zuurstofkst

Afvalstoffen kunnen moeilijk verwerkt worden

Afvalstoffen kunnen makkelijk verwerkt worden

Welk energiesysteem werkt ongeveer 30 seconden

1. Melkzuursysteem
2. Vetverbrandingssysteem
3. Glucose o2 systeem
4. Fosfaatsysteem

Een hersteltraining is vele malen zwaarder dan een weerstandstraining?

Waar

Niet waar

De supercompensatietijd ligt bij een duurtraining hoger dan bij een intensieve intervaltraining

waar

niet waar

Leg het verschil uit tussen een extensieve intervaltraining en een intensieve intervaltraining

Leg uit wat de anaerobe drempel is!

............is een trainingsprikkel met een hogere belasting dan de huidige belastbaarheid van de sporter. Het
is eigenlijk een gedoseerde overbelasting

1. Supercompensatie
2. Reversibiliteit
3. Hypertrofie
4. Overload

Arbeid-rustverhouding van 1;3

arbeid-rustverhouding van 1;1

Extensieve intervaltraining

Intensieve intervaltraining

Sprinttraining

Weerstandstraining

Geef aan waarom het niet goed is om te snel na een vorige training weer te gaan trainen.

De maximale hartslag bereken je volgens de volgende formule:

1. 200-leeftijd
2. 210-leeftijd
3. 220-leeftijd
4. 230-leeftijd

De letters FITT staan voor:

1. Frequentie, intensiteit, tijd, type
2. Frequentie, inhoud, training, tijd
3. Fartlek, inhoud, type, training
4. Formule, inhoud, type, tijd

Afvalstoffen bij volledige verbranding zijn water en koolstofdioxide, lichaamsvriendelijke stoffen.

waar

niet waar

Welk energiesysteem past het best bij een langdurige inspanning op een lage intensiteit (120-150 hf)

1. Fosfaatsysteem
2. melkzuursysteem
3. glucose-o2 systeem
4. vetverbrandingssysteem