Taal thema 5 - herhaling blok

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Herhaling thema 5

Rampen

'De aarde beeft.'
De aarde heeft ...

'Soms staat er een regenboog aan de hemel.'

Schrijf het onderwerp en de persoonsvorm op.

'De weervrouw heeft niet veel goeds voorspeld voor vandaag.'
Schrijf het onderwerp en het gezegde op.

Veranderen naar een voltooide zin.

Ik ga met mijn zus naar zolder.

Veranderen naar een voltooide zin.

Ik ga met mijn zus naar zolder.

Ik ben met mijn zus naar zolder gegaan.

'Mijn vader en moeder komen ook.'

Verander de zin in een zin met een voltooid deelwoord.

'Buurman Buwalda zet zijn huis te koop.'

Schrijf het gezegde op.

'Buurman Buwalda zet zijn huis te koop.'

1. Voltooide tijd
2. Onvoltooide tijd

'Hij heeft verder landinwaarts een huis gevonden.'

Schrijf het gezegde op.

'Hij heeft verder landinwaarts een huis gevonden.'

1. Voltooide tijd
2. Onvoltooide tijd

die

dat

wat

Er is weinig ... hij niet leuk vindt aan zijn werk. 

De stenen ... hij meeneemt, gebruikt hij voor onderzoek.

Het onderzoek ... hij nu doet, gaat over aardbevingen.

Klaar voor de toets?

0100