2LAT week 9-10

2LAT week 9
Maandag+dinsdag: Androclus en de leeuw 
-introductie: lezen
-vertalen
-opgaven maken 

Lesdoel: je kunt aantonen dat je de leestekst begrijpt 

1 / 21
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2LAT week 9
Maandag+dinsdag: Androclus en de leeuw 
-introductie: lezen
-vertalen
-opgaven maken 

Lesdoel: je kunt aantonen dat je de leestekst begrijpt 

Slide 1 - Slide

Dinsdag+donderdag 
1. Androclus en de leeuw 
2. SO bespreken 

Slide 2 - Slide

Maandag 
1. Lijstje leerstof doornemen 
2. 7.2 afronden 
3. 7.3: introductie bedrijvende en lijdende zinnen 
4. 7.4: introductie passief in het Latijn 

Lesdoel
Je kunt de werkwoorden vervoegen in de imperatief, inf.(act+pas) en indicatief praesens actief en passief. 

Slide 3 - Slide

Herhaling werkwoord
1. Wat is het praesens? 
2. Welke stammen kent het Latijn? Hoe herken je deze stammen in de woordenlijst?
3. Wat zijn de praesens (actief) uitgangen? 
4. Hoe vorm je infinitief en imperatief? 
5. Wat is het verschil tussen lijdende en bedrijvende zinnen? 
6. Wat zijn de passieve uitgangen? 

Slide 4 - Slide

Vorming passieve werkwoorden (praesens)
stam+(bindklinker)+uitgangen 
-or
-ris
-tur
-mur
-mini
-ntur                      
                Het passief vertaal je met het hulpww: 'worden'+ volt. dw.

Slide 5 - Slide

Dus bijvoorbeeld 
  • amatur
  • capior
  • monemini
  • tegimur
  • audiris  

Slide 6 - Slide

Dus bijvoorbeeld 
  • amatur: h/z/h/er wordt bemind
  • capior: ik word gegrepen
  • monemini: jullie worden gewaarschuwd
  • tegimur: wij worden bedekt
  • audiris: jij wordt gehoord 

Slide 7 - Slide

Vorming passieve werkwoorden (infinitief)
op -i of -ri
  • amari     (bemind worden)
  • moneri
  • tegi
  • audiri
  • capi

Slide 8 - Slide

Het onderwerp ondergaat de handeling 
Wie voert de handeling uit? =minder belangrijk! 

Eventueel met handelend voorwerp (HV)

--->a(b)+ ablatief 

Slide 9 - Slide

Voorbeeldzinnen 
  • Templum aedificatur 
  • Templum aedificatur a servo 

Slide 10 - Slide

Voorbeeldzinnen 
  • Templum aedificatur= de tempel wordt gebouwd 
  • Templum aedificatur a servo= de tempel wordt gebouwd door de slaaf 

Slide 11 - Slide

Opgaven 1 tot en met 4

Slide 12 - Slide

Donderdag 7 maart 
1. Korte overhoring passief-actief (via LessonUp)
2. Bespreken huiswerk
3. Zelfstandig werken+ individuele gesprekjes (vandaag en maandag volgende week) 

Lesdoel
je kunt passieve en actieve werkwoorden van elkaar onderscheiden. 
Je kunt de werkwoorden determineren, splitsen en vertalen. 

Slide 13 - Slide

Wat betekent 'rogaris'?
A
jullie vragen
B
jij vraagt
C
jij wordt gevraagd
D
ik word gevraagd

Slide 14 - Quiz

Wat moet je op de puntjes invullen:
Apollodori pons ab hostibus ..........
(de brug van Apollodorus ............ door de vijanden)
delere=vernietigen
A
delet
B
deletur

Slide 15 - Quiz

Novum forum principi Traiano Apollodorus....
Apollodorus .... een nieuw forum voor keizer Trajanus.
(aedificare=bouwen)
A
aedificat
B
aedificatur

Slide 16 - Quiz

In alta columna principis victoriae ......
Op een hoge zuil...... de overwinningen van de keizer

(ostendere=tonen)
A
ostenditur
B
ostenduntur

Slide 17 - Quiz

Avus ab asino portatur, nepos pedibus it.
De grootvader ........................., de kleinzoon gaat te voet.
portare=dragen, asinus=ezel
A
a(b) betekent 'door'
B
a(b) betekent 'van'

Slide 18 - Quiz

Avus cum nepote a foro domum redit.

Grootvader keert met kleinzoon terug naar huis.....
A
a(b) betekent 'door'
B
a(b) betekent 'van'

Slide 19 - Quiz

2. Huiswerk 
Oefening 3 en 4 

Slide 20 - Slide

3. Zelfstandig werken: 
tekst 7.5

Slide 21 - Slide