B1 les 58 (oorzaak-gevolg)

Planning
Terugblik op de vorige les (tekstverbanden)
Uitleg over tekstverband 'oorzaak-gevolg'
Even oefenen...
Aan de slag!
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Planning
Terugblik op de vorige les (tekstverbanden)
Uitleg over tekstverband 'oorzaak-gevolg'
Even oefenen...
Aan de slag!

Slide 1 - Slide

Tekstverbanden
Alinea's in teksten hebben altijd iets met elkaar te maken: er is een verband tussen te vinden. 

Deze verbanden herken je aan signaalwoorden: die woordjes geven jou een 'signaaltje' met welk tekstverband je te maken hebt.

Slide 2 - Slide

Tekstverbanden
Tijdsverband: de volgorde waarin dingen gebeuren in de tekst.

Opsomming: Verschillende dingen die bij elkaar horen en achter elkaar worden genoemd. 

Tegenstelling: Er wordt iets gezegd en daarna wordt het tegenovergestelde gezegd.


Slide 3 - Slide

Tekstverbanden
Oorzaak-gevolg: Dit kom je vaak tegen in studie-teksten. Er gebeurt iets, waardoor er daarna iets anders gebeurt.
signaalwoorden : 'hierdoor, daardoor, omdat, daarom, door, als gevolg van, ten gevolge van'

Voorbeeld: 'Doordat mijn band lek ging, kwam ik te laat op school.'

Slide 4 - Slide

Welk verband zit in de volgende zin: 'Ik had mijn best gedaan, maar toch heb ik verloren'
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsverband
D
Oorzaak-gevolg

Slide 5 - Quiz

Welk verband zit in de volgende zin: 'Ik kijk veel op Netflix en op Videoland'
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsverband
D
Oorzaak-gevolg

Slide 6 - Quiz

Welk verband zit in de volgende zin: 'Toen ik vanmorgen wakker werd, deed ik eerst de gordijnen open'
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsverband
D
Oorzaak-gevolg

Slide 7 - Quiz

Welk verband zit in de volgende zin: 'Doordat ik zo goed geleerd had, heb ik een hoog cijfer gehaald'
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijdsverband
D
Oorzaak-gevolg

Slide 8 - Quiz

Welk verband zit in de volgende zin: 'We hebben de wedstrijd verloren, maar we hebben ons best gedaan.'
A
Tijdverband
B
Opsomming
C
Tegenstelling

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord staat in de volgende zin: 'Ze kon niet eten omdat ze net een beugel heeft gekregen'

Slide 10 - Open question

Welk signaalwoord staat in de volgende zin: 'Hoewel er genoeg stoelen vrij waren, bleef ze staan'

Slide 11 - Open question

Aan het werk!

Maken: Les 58 opdr. 1 t/m 12 
Klaar? Verder op NUMO!





timer
20:00

Slide 12 - Slide