begrijpend lezen 1

Begrijpend lezen 1
*Lees de vraag goed.
*Begrijp je wat er in de vraag en 
   tekst staat?

1 / 17
next
Slide 1: Slide
Alfabetisering NT2BasisschoolGroep 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Begrijpend lezen 1
*Lees de vraag goed.
*Begrijp je wat er in de vraag en 
   tekst staat?

Slide 1 - Slide

recept Boerenkool 
Schil de aardappelen en snijd in stukjes. Kook de aardappelen samen met de boerenkool in 20 min. gaar. Verwarm de rookworst volgens de verpakking. Snipper de ui. Laat in een steelpan de boter lichtbruin worden en t de ui. Voeg de jus en het water toe en laat al roerend met garde aan de kook komen. Roer de mosterd erdoor. Verwarm de melk. Stamp vervolgens de aardappelen met de groenten en melk door elkaar. Breng op smaak metpeper en eventueel zout. Serveer de stamppot met de worst en jus.
ook lekker met appelmoes
Ingrediënten
4 personen
600 g gesneden boerenkool
300 g aardappelen
350 g rookworst
1 ui
50 g ongezouten roomboter
18 g rundvlees jus
250 ml water
1 el Franse mosterd
100 ml halfvolle melk
 

























Slide 2 - Slide

Lees het recept
* Lees de tekst goed. 
* Begrijp je wat er in de tekst staat?
* Zoek de moeilijke woorden op. 

Slide 3 - Slide

Voor hoeveel personen is het recept?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Hoeveel gram boter heb ik nodig?
A
20 gram
B
30 gram
C
40 gram
D
50 gram

Slide 5 - Quiz

Hoeveel mosterd heb ik nodig?
A
1 eetlepel mosterd
B
1 kopje mosterd
C
1 theelepel mosterd
D
1 stukje mosterd

Slide 6 - Quiz

Wat moet ik eerst doen?
A
Een grote pan water met een snufje zout aan de kook brengen.
B
De aardappelen schillen
C
De boerenkool koken.
D
Serveren met rookworst.

Slide 7 - Quiz

Wat is ook lekker bij de boerenkool?
A
chocolade
B
koekjes
C
brood
D
appelmoes

Slide 8 - Quiz

Hoeveel gram aardappels heb je nodig?
A
200 gram
B
300 gram
C
400 gram
D
500 gram

Slide 9 - Quiz

Waarin moet je de boerenkool
maken?
A
een pan
B
een koekenpan
C
een oven
D
een magnetron

Slide 10 - Quiz

Bekijk de advertentie

Slide 11 - Slide

Van wie is de advertentie?
A
vanderGarde tuinmeubelen
B
supermarkt de Giraf
C
de groentewinkel tomaat
D
autowinkel het Wiel

Slide 12 - Quiz

Waarom heeft de winkel een advertentie?
A
er is korting
B
de stoelen zijn duur
C
er zijn geen tafels
D
de winkel gaat open

Slide 13 - Quiz

Hoeveel kost de parasol?
A
695 euro
B
69 euro
C
10 euro
D
100 euro

Slide 14 - Quiz

Welk jaargetijde is het?
A
winter
B
lente
C
zomer
D
herfst

Slide 15 - Quiz

Hoeveel tuinsets zijn er in de showroom?
A
100
B
350
C
150
D
300

Slide 16 - Quiz

Van vinden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll