2.4 Westerse wereldrijken

Burgers en stoommachines
Terugblik par. 2.3
Uitleg par. 2.4: Westerse wereldrijken  
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Burgers en stoommachines
Terugblik par. 2.3
Uitleg par. 2.4: Westerse wereldrijken  

Slide 1 - Slide

Overzicht
Lesplanning: 
- Korte terugblik par. 2.3                                                                   (5-10 min)
- Uitleg bij par 2.4                                    


Lesdoelen, aan het einde van deze les:  
- kan je uitleggen wat het imperialisme is
- kan je uitleggen waarom Europese landen veel koloniën kregen 
- kan je uitleggen hoe de kolonies in Azië, Afrika en Amerika eruit zagen

Slide 2 - Slide

Korte terugblik par. 2.3
Twee vragen en een samenvatting
.... je mag je boek gebruiken bij het beantwoorden van de vragen....

Slide 3 - Slide

Hoe worden de wetten genoemd die steun aan mensen geven die niet zo goed voor zichzelf kunnen zorgen?

Slide 4 - Open question

Welk begrip past bij deze foto?

Slide 5 - Open question

Samenvatting par. 2.3

  • Liberalen zorgden met sociale wetten voor verbetering van de leef- en werkomstandigheden van arbeiders. In Nederland verdween de kinderarbeid tussen 1874 en 1901. 
  • Radicale socialisten wilden met een gewelddadige opstand een einde maken aan de uitbuiting van de arbeidersklasse door de bezittende klasse. Gematigde socialisten streefden met politieke partijen naar geleidelijke veranderingen.
  • In Nederland behaalden de confessionelen een meerderheid in de Tweede Kamer. Daardoor betaalde de overheid vanaf 1917 niet alleen het openbaar onderwijs, maar ook het bijzonder onderwijs. 
  • Vanaf 1870 voerden feministen met succes actie voor een meer gelijke behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen.

Slide 6 - Slide

Paragraaf 2.4 
Westerse wereldrijken

Slide 7 - Slide

Kolonie: Een overzees gebied dat hoort bij een land. 

Frankrijk, Engeland hadden veel koloniën in Afrika.  
Welke koloniën had Nederland? 

Slide 8 - Slide

Welke koloniën had Nederland?

Slide 9 - Mind map

Wereldrijken
Imperialisme: Europese machtsuitbereiding in Azië en Afrika 
tussen 1870 en 1914. Belangrijke oorzaak van het imperialisme is het blanke meerwaardigheidsgevoel: blanke mensen voelden zich beter dan andere rassen.

Koloniën werden om twee redenen ingenomen: 
1: Ze worden gebruikt om producten vandaan te halen en om mee te gaan handelen. 
2: De lokale bevolking werd gebruikt als werknemer (slaven) en als afzetgebied 

Europeanisering: het verspreiden van de Europese cultuur in andere werelddelen. 

Klik op de kaart voor een overzicht van de situatie in Afrika in 1880 en 1913. 

Slide 10 - Slide

Imperialisme in Azië 
Vanaf ongeveer 1500 hadden de Europeanen handelsposten en kleine 
kolonies in Azië, maar in 1900 kwamen er veel andere landen bij.

China werd geen kolonie, maar het land kwam wel onder Europese invloed te staan. Door geweld te gebruiken en ermee te dreigen, kregen de Europeanen invloedssferen.

Japan was het enige Aziatische land met industrie en daardoor werd het geen kolonie van een Europees land, maar veroverde het zelf landen.  Daardoor werd het zelf een imperialistische mogendheid ( = staat) die Korea inlijfde.

Klik op de kaart voor een overzicht van de koloniën in 1914.


Slide 11 - Slide

Imperialisme in Afrika
Europese landen kregen ook de heerschappij over landen in Noord-Afrika, 
zoals Marokko. Dat vonden ze niet genoeg en ze wilden meer land veroveren.
In 1878 maakten de Europese landen afspraken over de verdeling van de rest van Afrika tijdens de conferentie van Berlijn. Tien jaar later was bijna heel Europa bezet door België. 

Europeanen trokken op kaarten vaak rechte grenzen dwars door woongebieden van volken die daar al eeuwen woonden (klik op de kaart van Afrika voor een aantal voorbeelden van rechte grenzen). Daarbij werd geen rekening gehouden met de bevolking. Dit zorgde voor veel problemen tussen de volken van Afrika. 
De Europeanen gebruikten veel geweld om de bevolking van kolonies te onderdrukken en soms werd er zelfs aan genocide gedaan (het volgens een plan vermoorden van een volk/bevolking).


Slide 12 - Slide

Het Nederlandse wereldrijk
In de 19e eeuw breidden Nederlanders hun gebieden in Indonesië steeds verder uit.
Ze noemden hun kolonie Nederlands-Indië.

De verovering van Nederlands-Indië verliep niet altijd even goed. 
Tussen 1874 en 1914 voerde het Nederlands-Indische leger op 
Noord-Sumatra een guerrillaoorlog: een oorlog tegen strijdtroepen 
die zich onder de bevolking verschuilden.

Uiteindelijk kwam heel Indonesië onder Nederlandse overheersing. Ze dwongen de bevolking om onder andere suiker, tabak en koffie te verbouwen en aan Nederland te leveren. 
Nederland had ook kolonies in Amerika: Suriname en de Nederlandse Antillen.

Slide 13 - Slide

Kaart Atjeh-oorlog

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Generaal van Heutsz bekijkt zijn troepen tijdens een gevecht.

Slide 16 - Slide

Video
De IJzeren Eeuw in de klas: de Atjeh-oorlog

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Video
Histoclip: Nederlands-Indie

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Samenvatting par. 2.4
(Zie ook: blz. 27 in je boek)
  • Tussen 1870 en 1914 breidden Europese landen hun kolonies sterk uit. Oorzaken van dit imperialisme waren: het blanke meerwaardigheidsgevoel, het streven naar winst en de industriële revolutie.
  • Grote delen van Afrika en Zuid-Azië werden kolonies van Europese landen. Delen van China werden Europese invloedssferen. 
  • In Noord-Afrikaanse landen namen Europeanen de heerschappij over van de Ottomanen. Europese regeringen deelden bijna heel Afrika ten zuiden van de Sahara op in kolonies.
  • Nederland breidde zijn macht uit in heel Indonesië (Nederlands-Indië) en behield in Amerika de kolonies Suriname en de Nederlandse Antillen.

Slide 21 - Slide

Begrippen uit par. 2.4

Zie blz. 29 in je boek voor de betekenissen van deze begrippen
afzetgebied
bezetten
conferentie
europeanisering
genocide
guerrillaoorlog
imperialisme (moderne)

Slide 22 - Slide