Beroepscode spel

Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden
Leidraad voor je handelen als professional









WLC 10-3-2021
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden
Leidraad voor je handelen als professional









WLC 10-3-2021

Slide 1 - Slide

Programma
Wat is de beroepscode
Verdieping en verbreding, beroepscode
Beroepscodequiz 

Slide 2 - Slide

Wat is de beroepscode
A
Regels voor privacy
B
Een leidraad voor je handelen

Slide 3 - Quiz

Beroepscode: waarden en normen
  • Om als verpleegkundige, verzorgende, helpende of zorghulp goed te kunnen werken, heb je waarden en normen van de beroepsgroep nodig. Die vind je in de Beroepscode V&V. 
  • (voor mz zie kennisplein gehandicaptenzorgsector en/of de site van BPSW)
  • De beroepscode is opgesteld door de beroepsgroep en wordt gebruikt in de opleidingen en in de dagelijkse zorgpraktijk. 
  • Loop je in je werk ergens tegenaan? Pak de beroepscode erbij en bespreek de situatie met collega’s en met je leidinggevende.

Slide 4 - Slide

Verdieping en verbreding
Beroepsgeheim
Als verpleegkundige, verzorgende of verpleegkundig specialist heb je een beroepsgeheim. 
Zonder toestemming van de zorgvrager geef je geen informatie van en over de zorgvrager door aan anderen (artikel 2.12 van de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden). 

Om zorgprofessionals te ondersteunen bij het omgaan met het beroepsgeheim heeft V&VN samen met vakbond NU’91 twee handreikingen ontwikkeld:
  • Hoe ga je om met beroepsgeheim
  • Hoe ga je om met beroepsgeheim in contact met politie en justitie  

Slide 5 - Slide

Wat is beroepsgeheim
A
Je geef alleen informatie over en van de zorgvrager en zijn omgeving als het van belang is voor het welzijn van de zorgvrager
B
Je zwijgt over de informatie die je deelt met collega's tijdens de zorgverlening
C
Je zwijgt over wat je over en van de zorgvrager en zijn omgeving te weten bent gekomen tijdens de zorgverlening
D
Je zwijgt tegen de omgeving van de zorgvrager over wat je over en van de zorgvrager te weten bent gekomen tijdens de zorgverlening

Slide 6 - Quiz

Waarom is beroepsgeheim zo belangrijk
A
Bescherming van de vertrouwensrelatie
B
Bescherming van de toegankelijkheid van de zorg
C
Wettelijke verankering

Slide 7 - Quiz

Wat is zwijgplicht
A
Het beroepsgeheim betekent dat je moet zwijgen over alle relevantie informatie die je bent tegengekomen over een zorgvrager bij de uitoefening van je beroep als zorgverlener.
B
Het beroepsgeheim betekent dat je moet zwijgen over alles wat je bij de uitoefening van je beroep als zorgverlener over de zorgvrager te weten bent gekomen.

Slide 8 - Quiz

Welke informatie valt onder de zwijgplicht?
De zwijgplicht geldt voor:
  • informatie over de gezondheidstoestand van de zorgvrager (zoals zijn diagnose, de medicijnen die hij gebruikt, de behandeling die hij krijgt)
  • Ook andere informatie, die de zorgvrager je verteld heeft of die je gehoord of gezien hebt tijdens de zorgverlening aan de zorgvrager, valt onder het beroepsgeheim
  • Tijdens de zorgverlening aan de zorgvrager kun je ook het een en ander te weten komen over anderen uit de omgeving van de zorgvrager, bijvoorbeeld zijn gezinsgenoten. Voor die informatie geldt je beroepsgeheim ook

Slide 9 - Slide

Tegenover wie geldt de zwijgplicht
  • De zwijgplicht geldt in principe tegenover iedereen, behalve de zorgvrager zelf.
  • Bij iedereen moet je ook denken aan de familie, vrienden en kennissen van de zorgvrager.
  • Het beroepsgeheim geldt ook tegen politie en justitie 

  • Hier kan wel uitzonderingen voor zijn.....

Slide 10 - Slide

De politie vraagt je of een bepaalde zorgvrager in het ziekenhuis is. Je hebt dan je zwijgplicht en geeft
geen informatie aan de politie. Je zegt dat je zwijgplicht hebt en de politie geen informatie kunt geven.
Je zegt niet dat deze zorgvrager zich niet in jouw ziekenhuis bevindt, want dan geef je de politie al
informatie (die weet nu waar de gezochte zorgvrager in ieder geval niet is).
  • Uitzonderingen op het beroepsgeheim zijn; de situaties waarin je je beroepsgeheim mag of moet doorbreken:

  • als de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) je toestemming geeft
  • als er een wettelijke plicht is
  • als je voor een conflict van plichten staat
  • als er sprake is van een zwaarwegend belang.

  • In zeer uitzonderlijke omstandigheden kan in strafzaken het belang van waarheidsvinding zwaarder wegen dan de belangen die door het beroepsgeheim beschermd worden (privacy individu en algemene toegankelijkheid gezondheidszorg). Of van een dergelijk zwaarwegend belang sprake is bepaalt de rechter.

Slide 11 - Slide

Instructie voor docenten

Slide 12 - Slide

Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden
Leidraad voor je handelen als professional

Deze informatie nationale beroepscode verzorgende en verpleegkunde is gedownload op 16 ok 2019 via de Website V&VN.
Ik heb dit na een tip van Lia gemaakt als werkvorm voor het WLC
Je kunt de teksten (deels) gebruiken als spel.
o.a. als vraagkaarten, onderzoek eens op jouw BPV kaarten, ervaring uitwisselen onderwerpen kaarten etc. etc.
Hiermee raakt de student bekend en kundig met de eisen van zijn/haar beroep.


Slide 13 - Slide

Leeswijzer: De indeling van de Beroepscode
De Beroepscode is ingedeeld in vier hoofdstukken:
- algemene punten met betrekking tot de beroepsuitoefening;
- de verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de zorgvrager;
- de verpleegkundige/verzorgende in relatie tot (in)formele samenwerkingspartners;
- de verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de samenleving.

De formulering van de artikelen
De artikelen staan in de ‘ik’-vorm. Op die manier maakt de Beroepscode duidelijk wat je van jezelf als verpleegkundige of verzorgende mag verwachten.
Onder het artikel staan bij de bolletjes verschillende mogelijkheden die bij dat artikel horen. De opsomming is niet uitputtend. Ook hier gaat het er weer om dat je zelf nadenkt over de vraag of een artikel van toepassing is in de situatie waarvoor je staat.

Slide 14 - Slide

Voor wie is een artikel bedoeld
Aangezien verpleegkundigen en verzorgenden op verschillende terreinen actief zijn en verschillende bevoegdheden en taken hebben, zijn sommige artikelen mogelijk niet op jou van toepassing. Denk bijvoorbeeld aan meewerken aan wetenschappelijk onderzoek. Omdat de artikelen voor anderen in de beroepsgroepen wel van belang zijn, staan ze in de Beroepscode.

Slide 15 - Slide

Quiz
Zoek het foute antwoord

Deel 1, 9 vragen over:
Algemene punten met betrekking tot de beroepsuitoefening
Deel 2, 13 vragen over:
De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de zorgvrager
Deel 3, 8 vragen over:
De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot (in)formele samenwerkingspartners
Deel 4, 7 vragen over:
De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de samenleving

Slide 16 - Slide

Deel 1

Slide 17 - Slide

1.1 Als verpleegkundige/verzorgende oefen ik het beroep uit met het oog op het welzijn en de gezondheid van de zorgvrager.

Deze vraag stel je jezelf bij iedere vraag:
Dat betekent onder andere dat ik
A
handel als professional vanuit de beroepswaarden en -normen
B
heb oog voor maatschappelijke ontwikkelingen en hierop anticipeer
C
bij verschillende opvattingen zoek naar een oplossing en mij hierin professioneel opstel
D
mij bewust ben van een mogelijk verschil tussen de beroepswaarden en -normen, mijn eigen waarden en normen en de waarden en normen van de zorgvrager en zijn of haar omgeving

Slide 18 - Quiz

1.2 Als verpleegkundige/verzorgende handel ik bij de uitoefening van mijn beroep naar de normen, richtlijnen, protocollen, gedragsregels en eisen van zorgvuldigheid die invulling geven aan goed hulpverlenerschap
A
draag ik bij aan het opbouwen, toepassen en verspreiden van (ervarings)kennis
B
kennis heb van actuele richtlijnen / protocollen en zicht heb op relevante wetgeving en tuchtrechtuitspraken
C
mijn professionele oordeelsvermogen gebruik om te bepalen of ik bij deze zorgvrager de richtlijn of het protocol moet volgen of daar beredeneerd van af moet wijken
D
beroepsrelevante ontwikkelingen en opvattingen volg en hier reflectief mee om kan gaan

Slide 19 - Quiz

1.3 Als verpleegkundige/verzorgende ben ik verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op mijn eigen handelen, bejegening en gedrag als professional.
A
hulp zoek in situaties waar ik alleen niet uit kom
B
deze verantwoordelijkheid niet kan overdragen op collega’s en mij niet kan verschuilen achter de verantwoordelijkheid van anderen
C
aanspreekbaar ben door collega’s op deze verantwoordelijkheid
D
daar waar ik in opdracht van andere professionals handelingen uit moet voeren waar ik niet achter sta, ik dat beredeneerd aan die professional laat weten

Slide 20 - Quiz

1.4 Als verpleegkundige/verzorgende houd ik mijn kennis en vaardigheden voor het op verantwoorde en adequate wijze uitoefenen van het beroep op peil.
A
vakliteratuur bijhoud
B
ervoor zorg dat mijn zorgverlening aansluit bij actuele wetenschappelijke, technologische en beroepsmatige ontwikkelingen
C
deel nemen aan deskundigheid bevorderende activiteiten die aangeboden worden door particulieren
D
oog heb voor maatschappelijke ontwikkelingen en hierop anticipeer

Slide 21 - Quiz

1.5 Als verpleegkundige/verzorgende ken ik de grenzen van mijn eigen deskundigheid en beroepsverantwoordelijkheid en verricht ik alleen handelingen die binnen deze grenzen liggen.
A
geen opdrachten en verantwoordelijkheden accepteer die buiten de grenzen van mijn deskundigheid en/of beroepsverantwoordelijkheid liggen
B
kijk de situatie aan en wacht tot een ervaren collega mij kan ondersteunen
C
in dergelijke gevallen adequaat weet door te verwijzen
D
hulp zoek in situaties waar ik alleen niet uit kom

Slide 22 - Quiz

1.6 Als verpleegkundige/verzorgende neem ik initiatieven en ondersteun ik activiteiten ter bevordering van de ontwikkeling van het beroep en de kwaliteit van zorg.
A
bijdraag aan het opbouwen, toepassen en verspreiden van (ervarings)kennis
B
de ontwikkeling, verspreiding en het in de praktijk brengen van relevante standaarden en richtlijnen ondersteun en daar waar mogelijk een bijdrage aan lever
C
activiteiten van de beroepsgroep ondersteun om voorwaarden te scheppen voor een goede beroepsuitoefening
D
deelneem aan scholingen over het opbouwen, toepassen en verspreiden van kennis

Slide 23 - Quiz

1.7 Als verpleegkundige/verzorgende draag ik bij aan een veilige zorgverlening.
A
alert ben en actie onderneem op situaties waarin de zorg niet voldoet aan eisen van kwaliteit, veiligheid of hygiëne
B
Fouten maken is geen probleem, maar ik maak een fout bespreekbaar en (volgens instellingsprocedure gebruikelijke) onderneem actie om negatieve gevolgen tegen te gaan of te beperken
C
alert ben op onveilige situaties veroorzaakt door familie of mantelzorgers en daar actie op onderneem en een bijdrage lever aan het creëren van een veilige (afdelings)cultuur voor het bespreekbaar maken en leren van fouten
D
mij houd aan voorschriften voor het voorkomen van infectiegevaar en verwondingen (bijvoorbeeld over het dragen van sieraden; over het gebruik van een mobiele telefoon tijdens de zorgverlening; over goede (hand)hygiëne).

Slide 24 - Quiz

1.8 Als verpleegkundige/ verzorgende houd ik in de beroepsuitoefening rekening met een verantwoorde verdeling van middelen.
A
op zorgvuldige, doelmatige en doeltreffende manier omga met de middelen en materialen die beschikbaar zijn voor de beroepsuitoefening
B
een tekort of defect aan beschikbare middelen direct meld bij de leidinggevende/verantwoordelijke collega
C
een tekort of defect aan beschikbare middelen noteer ik in de overdracht zodat een collega dit op kan pakken
D
suggesties doe voor een betere omgang met de beschikbare middelen en open sta voor suggesties van anderen voor een betere omgang met beschikbare middelen

Slide 25 - Quiz

1.9 Als verpleegkundige/verzorgende zorg ik goed voor mezelf.
A
mijn rechten en plichten als werknemer ken
B
mij in conflictsituaties adequaat kan voorzien van morele en/of juridische bijstand
C
let op mijn sociaal, geestelijk en lichamelijk welzijn en zo ergonomisch mogelijk werk
D
in geval van ziekte op vrijdag dit op maandag meld en met mijn leidinggevende en/of collega’s overleg of het verstandig is aan het werk te gaan

Slide 26 - Quiz

Deel 2

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide