2BKT - Spelling H2 - Hoofdletters & leestekens

Spelling & werkwoordspelling 
Hoofdstuk 2
Hoofdletters & leestekens
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spelling & werkwoordspelling 
Hoofdstuk 2
Hoofdletters & leestekens

Slide 1 - Slide

Planning
1. HW nakijken
2. LessonUp leestekens

Slide 2 - Slide

DOEL

HOOFDLETTERS  EN LEESTEKENS

- je weet wanneer je hoofdletters gebruikt

- je kan punten , vraagtekens en uitroeptekens gebruiken

Slide 3 - Slide

Tekst

hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en
hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter


Slide 4 - Slide

Waarom is de tekst die je net gezien hebt fout?

Slide 5 - Mind map

Verschillen in betekenis

- Katten, spinnen, ijsberen, vissen, gieren, vliegen en honden slapen


- Katten spinnen, ijsberen vissen, gieren vliegen en honden slapen

Waardoor komt het verschil in betekenis?

Slide 6 - Slide

Waarom gebruiken we hoofdletters en leestekens?

Slide 7 - Mind map

HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS
  • Maken een tekst duidelijker en beter te lezen.
  • De lezer kan de tekst zo ook veel beter begrijpen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

LEESTEKENS

- punten

- vraagtekens

- uitroeptekens

- komma's

- dubbele punten

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Even oefenen! 

Slide 13 - Slide

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

morgen begint de kermis

Slide 14 - Open question

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met potloden aangeven

Slide 15 - Open question

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 16 - Open question

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden

Slide 17 - Open question

Juist of onjuist:
Lotte zei: 'Wat een leuke jongen'.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Juist of onjuist:
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Juist of onjuist:
nederlandse
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Juist of onjuist:
Mercedes
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Juist of onjuist:
Janneke de Boer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

GELEERD

HOOFDLETTERS  EN LEESTEKENS

- je weet wanneer je hoofdletters gebruikt

- je kan punten , vraagtekens en uitroeptekens gebruiken

Slide 24 - Slide

Aan het werk met: 

Hoofdstuk 2  - Taalverzorging
Spelling: hoofdletters en leestekens

>> Je maakt 1, 3, 5!
>> =HW!


Slide 25 - Slide