Grammar Wordorder

Word order
Plaat en tijd
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Word order
Plaat en tijd

Slide 1 - Slide

Plaats en tijd
Een tijdsbepaling kan voor- of achteraan een zin. 
        - Last night he was ill. 
        - He was ill last night.

Slide 2 - Slide

Grammar 17
Een plaatsbepaling moet achteraan de zin. 
      - He went on holiday to Spain.

Slide 3 - Slide

Grammar 17
Als je beiden in een zin hebt, moet de tijdsbepaling nog steeds helemaal voor- of achteraan. 
 PVT: plaats voor tijd of PDT: plaats, dag, tijd .

- The cat slept on my bed last night. (PVT: plaats voor tijd) 
- Last night the cat slept on my bed.

Slide 4 - Slide

Grammar 17

Slide 5 - Slide

waar hoort
de plaats-
bepaling?

Slide 6 - Mind map

waar hoort
de tijds-
bepaling?

Slide 7 - Mind map

Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer
I
walk
my dog
in the park
at night 

Slide 8 - Drag question

Put in the correct order:
are - we - at - meeting - at - nine o'clock - school

Slide 9 - Open question

Put in the correct order:
week - go - cinema - l - to - every - the

Slide 10 - Open question

Put in the correct order:
today - will - your house - we - to - come

Slide 11 - Open question

Plaats van bijwoorden van tijd
woorden als usually, sometimes, often, never   staan: 
Achter am, are, is: 
She is never late. They are often noisy.

Vóór het (hoofd)werkwoord: 
She never plays tennis. They usually eat lunch at school.

Slide 12 - Slide

Let op!
Houd de tijdsbepaling bij elkaar! Dus: 
Every morning at seven o'clock I walk the dog. 
of
I walk the dog every morning at seven o'clock.

Dus niet: Every morning I walk the dog at seven o'clock.

Slide 13 - Slide

Well done!
Now try these: 
https://www.english-4u.de/en/grammar/word-order.html
(helemaal naar onder scrollen voor de opdrachten)

Slide 14 - Slide