Hoofdstuk 4: Voortplanting van planten

Hoofdstuk 4: Voortplanting van planten
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: Voortplanting van planten

Slide 1 - Slide

Hoe ziet de les eruit?
  1. Bespreking voortgang bonenpracticum
  2. Bespreking leerdoelen en vaardigheidsdoelen
  3. Uitleg theorie hoofdstuk 4
  4. Leerdoelen checken
  5. Oefenvragen hoofdstuk 4
  6. Pauze
  7. Practicum microscopie huidmondjes
  8. Vaardigheidsdoelen checken

Slide 2 - Slide

Voortgang van het bonenpracticum
  • Wie heeft het bonenpracticum al afgerond? (practicum + verslag)
  • Wie heeft er nog meer tijd nodig om de bonen te laten groeien?
  • Nieuwe en uiterste inleverdatum voor het verslag: 

             Woensdag 21 april 2021

Slide 3 - Slide

Leerdoelen voor vandaag
  1. Je weet uit welke onderdelen de bloem is opgebouwd en welke rol de verschillende onderdelen spelen bij de voortplanting.
  2. Je kent de onderdelen en diens functie van de mannelijke- en vrouwelijke voortplantingsorganen van de plant.
  3. Je kan aan de hand van een afbeelding beschrijven of benoemen hoe de stuifmeelkorrel bij de eicel komt.
  4. Je weet wat bevruchting is.

Slide 4 - Slide

Vaardigheidsdoelen 
voor vandaag
  1. Je kan een preparaat maken van een blad van een plant om de huidmondjes te onderzoeken.
  2. Je kan een schematische tekening maken van de huidmondjes en de aangrenzende cellen.

Slide 5 - Slide

Uitleg theorie hoofdstuk 4

Slide 6 - Slide

4.1 De bouw van bloemen

Slide 7 - Slide

4.2 De voortplantingsorganen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

4.3 De bevruchting 
van de eicel
Bloemen hebben insecten nodig om hun stuifmeel te verspreiden.

  1. Aan de haartjes van de bij blijft stuifmeel plakken.
  2. De bij neemt het stuifmeel mee naar een andere bloem 
  3. Bij de andere bloem blijft het stuifmeel op de stempel plakken.

Slide 11 - Slide

Bloem 1
Bloem 2

Slide 12 - Slide

4.3 De bevruchting
van de eicel
  • De stuifmeelkorrel plakt op de stempel en maakt een buisje.

  • Dit buisje groeit naar beneden naar de zaadbeginsels die in het vruchtbeginsel zitten.

  • Door dit buisje gaat de zaadcel naar beneden naar de eicel.

Slide 13 - Slide

4.3 De bevruchting
van de eicel
  • Als de zaadcel en de eicel bij elkaar komen smelten ze samen. Dit is de bevruchting.

  • Wanneer de eicel bevrucht is kan het zaadbeginsel uitgroeien tot een zaadje.

  • Als alle zaadbeginsels bevrucht zijn, groeit het hele vruchtbeginsel uit tot een vrucht.

  • In de vrucht zitten voedingsstoffen voor het zaadje om uiteindelijk te kunnen ontkiemen.

Slide 14 - Slide

Leerdoelen checken
  1. Weet je nu uit welke onderdelen de bloem is opgebouwd en welke rol de verschillende onderdelen spelen bij de voortplanting?
  2. Ken je nu de onderdelen en diens functie van de mannelijke- en vrouwelijke voortplantingsorganen van de plant?
  3. Kan je aan de hand van een afbeelding beschrijven of benoemen hoe de stuifmeelkorrel bij de eicel komt?
  4. Weet je nu wat bevruchting is?

Slide 15 - Slide

Oefenvragen hoofdstuk 4

Slide 16 - Slide

Welk onderdeel van de bloem wordt met de pijl aangegeven?

Slide 17 - Open question

Welk onderdeel van de bloem wordt met de pijl aangegeven?

Slide 18 - Open question

Welk onderdeel van de bloem wordt met de pijl aangegeven?

Slide 19 - Open question

Welk onderdeel van de bloem wordt met de pijl aangegeven?

Slide 20 - Open question

De meeldraden zijn de mannelijke voortplantingsorganen van de bloem en maken eicellen, de stamper is het vrouwelijke voortplantingsorgaan van de bloem en maakt zaadcellen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Wat gebeurt als tweede zodra een stuifmeelkorrel door de bij op de stempel wordt geplakt?
A
De zaadcel versmelt met de eicel
B
De zaadcel gaat door het buisje naar de eicel
C
Er groeit een buisje door de stijl omlaag
D
Het vruchtbeginsel groeit uit tot een zaadje

Slide 22 - Quiz

Welk antwoord is juist?
A
Het zaadbeginsel bestaat uit meerdere vruchtbeginsels
B
Het vruchtbeginsel bestaat uit meerdere zaadbeginsels

Slide 23 - Quiz

timer
20:00

Slide 24 - Slide

Practicum microscopie huidmondjes

Slide 25 - Slide

Wat zijn huidmondjes?
  • Huidmondjes zitten aan de onderkant van bladeren.
  • Via de huidmondjes stromen stoffen de plant in en uit.
  • Koolstofdioxide gaat via de huidmondjes naar binnen en zuurstof en water gaan via de huidmondjes  naar buiten

Slide 26 - Slide

Werkwijze van het practicum
  1. Verzamel je materialen: Microscoop + kabel, objectglaasje, blaadje, tekenpapier, potlood en lineaal.
  2. Controleer of de tafel van de microscoop helemaal naar beneden staat en of het kleinste objectief in het midden is gedraaid (4x vergroting met roodgekleurde ring)
  3. Maak het preparaat. Leg hiervoor het objectglaasje voor je neer en plaats het blaadje op zijn kop op het objectglaasje.
  4. Plaats het preparaat op de tafel van de microscoop.
  5. Stel, terwijl je door de tubus kijkt, scherp met de grote stelschroef totdat je een goed beeld hebt.
  6. Stel vervolgens het beeld nog scherper door aan de kleine stelschroef te draaien.
  7. Maak een schematische tekening volgens de tekenregels die je hebt geleerd. In de tekening moeten minimaal 2 huidmondjes aanwezig zijn plus de aangrenzende cellen.
  8. Benoem de onderdelen in de tekening.
  9. Lever de tekening in!

Ben je klaar? Nee dan mag je nog niet naar huis. Je gaat dan andere dingen onder de microscoop bekijken en tekenen, zoals wangslijmvlies, een haar, uiencellen, etc.

Slide 27 - Slide

Vaardigheidsdoelen 
checken
  1. Kan je nu een preparaat maken van een blad van een plant om de huidmondjes te onderzoeken?
  2. Kan je nu een schematische tekening maken van de huidmondjes en de aangrenzende cellen?

Slide 28 - Slide

Nog even voor de herhaling!
Uiterste inleverdatum voor het verslag 
van het bonenpracticum:

Woensdag 21 april 2021

Slide 29 - Slide