20220111 herhaling H03 leerdoelen A, B, C, D en E

1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Mavo3 H03 Formules en grafieken
Herhaling
Leerdoel A Lineaire grafiek of vloeiende kromme:
Een Lineaire grafiek is een rechte lijn en 
deze MOET met liniaal getekend worden.

Is een grafiek géén rechte lijn dan heet het een vloeiende kromme. 
In een vloeiende kromme zitten geen rechte stukjes en het is 1 vloeiende lijn.  

Slide 2 - Slide

Herhaling
Leerdoel B Verband, variabelen en betekenis en eenheid variabelen:
De woorden of letters in een formule noem je de variabelen.
De betekenis en eenheid van de variabelen staan òf in de formule òf onder de formule.  
Voorbeelden:
B is bedrag in euro's (bedrag is de betekenis en euro's is de eenheid) en
t is tijd in dagen (tijd is de betekenis en dagen is de eenheid)

Slide 3 - Slide

Herhaling
Leerdoel C Van formule naar grafiek:
De richtingscoëfficient (rc) is in de formule het getal vóór de variabele.
 De grafiek teken je door
  1. tabel te maken met 3 waarden (getallen)
  2. assenstelstel tekenen en punten erin zetten
  3. lijn door deze punten en formule (of naam) erbij zetten

Slide 4 - Slide

Herhaling
Leerdoel D Regelmatige toename en afname:
Stappenplan onderzoek of er bij een tabel sprake is van regelmaat:
  1. zet boven en onder de tabel de toenamen
  2. maak alle delingen 
  3. zijn alle uitkomsten hetzelfde? dan is er regelmaat (rc = uitkomst). anders geen regelmaat

Slide 5 - Slide

Herhaling leerdoelen F t/m I
Algemene vorm van lineaire formule:
variabele = begingetal + rc x variabele 
De variabele vóór het =-teken is
  • in de tabel de variabele die onderin staat of
  • in het assenstelsel wat bij de verticale as staat

De variabel verderop in de formule is
  • in de tabel de variabele die bovenin staat of
  • in het assenstelsel wat bij de horizontale as staat

Slide 6 - Slide

Herhaling
Leerdoel E Formule kiezen bij tabel:
Bij het kiezen van een formule bij een tabel (of andersom)
controleer je of ALLE getallen uit de tabel kloppen bij een formule. 

Klopt er één getal niet in een formule, dan hoef je niet verder te controleren. 

Slide 7 - Slide

Herhaling leerdoelen F t/m I
Algemene vorm van lineaire formule:
variabele = begingetal + rc x variabele 
De variabele vóór het =-teken is
  • in de tabel de variabele die onderin staat of
  • in het assenstelsel wat bij de verticale as staat

De variabel verderop in de formule is
  • in de tabel de variabele die bovenin staat of
  • in het assenstelsel wat bij de horizontale as staat

Slide 8 - Slide

Herhaling leerdoelen F t/m I
Algemene vorm van lineaire formule:
variabele = begingetal + rc x variabele 

Het begingetal is 
  • in de tabel het getal onder de 0, 
  • in het assenstelsel is het de hoogte van de  grafiek op de verticale as.

Als grafieken hetzelfde punt hebben op de verticale as dan is het begingetal hetzelfde

Slide 9 - Slide

Herhaling leerdoelen F t/m I
Algemene vorm van lineaire formule:
variabele = begingetal + rc x variabele 

De rc is
  • in de tabel de uitkomst van
  • in de grafiek hoeveel de grafiek naar boven (of onder) gaat bij 1 naar rechts 
  • in de grafiek de uitkomst van

Als grafieken evenwijdig lopen is de rc hetzelfde
 

Slide 10 - Slide

Lineaire grafiek
Vloeiende kromme

Slide 11 - Drag question

Wat zijn de variabelen in deze formule?
inkomsten in € = 2,5 + 6 × tijd in uren
A
tijd en uren
B
inkomsten en €
C
inkomsten en tijd
D
inkomsten en uren

Slide 12 - Quiz

Wat zijn de eenheden van de variabelen in deze formule?
inkomsten in € = 2,5 + 6 × tijd in uren
A
inkomsten en tijd
B
€ en tijd
C
inkomsten en uren
D
€ en uren

Slide 13 - Quiz

Bij het tekenen van de grafiek door deze punten gebruik je een liniaal.

Slide 14 - Drag question

Welke uitspraak klopt?
A
Tabel 1 heeft regelmaat, tabel 2 niet.
B
Tabel 2 heeft regelmaat, tabel 1 niet.
C
Beide tabellen hebben regelmaat.
D
Beide tabellen hebben geen regelmaat.

Slide 15 - Quiz

Welke formule hoort bij deze tabel.

Slide 16 - Open question


Wat is de rc van grafiek 1?
A
50
B
-50
C
-25
D
25

Slide 17 - Quiz

Wat is het begingetal van grafiek 1?
A
4
B
5
C
100
D
250

Slide 18 - Quiz


Wat is de rc van grafiek 2?
A
50
B
-50
C
-25
D
25

Slide 19 - Quiz

Wat is het begingetal van grafiek 2?
A
4
B
5
C
100
D
250

Slide 20 - Quiz

Wat ga je nu doen:
  1. D-toets opgaven (blz 164 t/m 166) maken, nakijken en verbeteren 
  2. verder voorbereiden op de toets van morgen

Zorg dat je morgen je spullen bij je hebt!

dwz pen(nen), potlood & gum, rekenmachine, geodriehoek / liniaal

Succes

Slide 21 - Slide