Rekenen geldsommen

1 / 23

Slide 1: Slide

RekenenBasisschoolGroep 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoeveel cent is 1 euro?

Slide 3 - Open question

Hoeveel cent zie je ?

Slide 4 - Open question

Hoeveel cent zie je?

Slide 5 - Open question

Hoeveel cent zie je?

Slide 6 - Open question

Sleep 35 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 7 - Drag question

Sleep 65 cent naar het spaarvarken.

Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 8 - Drag question

Sleep 60 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 9 - Drag question

Sleep 25 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 10 - Drag question

Sleep 55 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 11 - Drag question

Sleep 30 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 12 - Drag question

Sleep 85 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 13 - Drag question

Sleep 80 cent naar het spaarvarken. Gebruik zo min mogelijk munten.

Slide 14 - Drag question

Gepast betalen

De zonnebril kost 15 euro. Ze heeft 2 briefjes van 10 euro en 2 briefjes van 5 euro. Ze wil graag gepast betalen. Waarmee betaald ze?

Slide 15 - Slide

Korting

Zhouan wil een broek kopen van 20 euro. Ze krijgt 5 euro korting. Hoe veel moet ze nog betalen?

Slide 16 - Slide

Schatten

Maria heeft 35 euro. De zonnebril kost 9,95 euro en de trui 21 euro. Heeft Maria genoeg geld om beide spullen te kopen?

Slide 17 - Slide

Geld wisselen

(Een groot bedrag ruilen voor een klein bedrag of andersom)

De pen kost 1,50 euro. Alice betaald met 2 euro. Hoe veel wisselgeld krijgt Alice?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Het kost: 70 cent.

Je betaalt met:

Hoeveel krijg je terug?

Slide 22 - Drag question

Het kost: 80 cent