Voorbereiding 2K-d voor toets Unit 3

• English
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

What are we going to learn today?

- What's the difference between many, much, a lot, little, few

- When do you use many, much, a lot, little few

Veel

weinig

many

much

a lot

(a) little

(a) few

Remember?

You've learned about many, much and a lot before in year 1

What do you remember?

Telbare zelfstandige naamwoorden

Ontelbare zelfstandige naamwoorden

Bevestigende zin (+)

Bevestigende zin (+)

ontkennende zin (-)

ontkennende zin (-)

vragende zin (?)

vragende zin (?)

many

many

much

much

a lot

a lot

Many, much, a lot 

Al deze woorden betekenen dus: veel

Let op!

Many of much kan grammaticaal a lot of vervangen in bevestigende

zinnen. Grammaticaal is dit correct.

Dit wordt echter alleen gedaan bij hele formele taal. Een toespraak
van de koningin bijvoorbeeld.

In regel gebruik je a lot of voor bevestigende zinnen en many/much voor
vragende of ontkennende zinnen. 

There was _______ rain last night.

1. many
2. much

She hasn't got _____ bananas.

1. many
2. much
3. a lot of

She hasn't got _____ time.

1. many
2. much
3. a lot of

Does he have ______ books?

1. many
2. much
3. a lot of

Have they got _______ homework?

1. much
2. many

(a) few, (a) little

We gebruiken few en little om aan te geven dat we ergens weinig of een paar van hebben.

Let op! Er is een verschil tussen weinig en een paar.

She bought a few books.
Een paar boeken

She bought few books. 

Bijna geen

She has _______ dollars.

1. a few
2. a little

She has _______ money.

1. few
2. little

We have got _____ time

1. little
2. few

Wat heb je vandaag geleerd?