les 2 §7.2 radioactieve stoffen

Samenstelling van het atoom
Kern
Neutronen en protonen
Rond de kern
Elektronen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Samenstelling van het atoom
Kern
Neutronen en protonen
Rond de kern
Elektronen

Slide 1 - Slide

atomen en atoombouw

Slide 2 - Mind map

leerdoelen
Ik kan/ken:
  • De opbouw van een atoom (eigenschappen/plaats deeltjes).
  • Uitleggen een isotoop is.
  • Het verschil uitleggen tussen een atoomnummer en het massagetal
  • Met het massagetal en atoomnummer het aantal neutronen uitrekenen.

Slide 3 - Slide

Samengevat
De kern van een atoom is opgebouwd uit protonen en neutronen.
  • Proton: positief
  • Neutron: neutraal (geen lading)
  • Elektron: negatief

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Onthouden:
  • Het atoomnummer is het aantal protonen
  • Het massagetal is het aantal protonen + neutronen
  • Het aantal elektronen is gelijk aan het aantal protonen

Slide 7 - Slide

Het atoomnummer is hetzelfde als...
A
Aantal elektronen
B
Aantal neutronen
C
Aantal protonen
D
Aantal neutronen + protronen

Slide 8 - Quiz

Waar vind je de neutronen en waar zijn ze gelijk aan?
A
Rond de kern, gelijk aan de massa
B
In de kern, gelijk aan de massa
C
Rond de kern, gelijk aan (massa - atoomnummer)
D
In de kern, gelijk aan (massa - atoomnummer)

Slide 9 - Quiz

proton
neutron
kern
kern
elektron
wolk
1u
1u
~0 u

Slide 10 - Drag question

He-4
helium

atoomummer = 2
p = 2
n = 4-2 = 2
e = p = 2
Fe-56
ijzer

atoomummer = 26
p = 2
6
n = 56-26 = 30
e = p = 26

Slide 11 - Slide

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 23. Hoeveel neutronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 12 - Quiz

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel elektronen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 13 - Quiz

Natrium heeft atoomnummer 11 en massagetal 24. Hoeveel protonen heeft natrium?
A
11
B
12
C
23
D
34

Slide 14 - Quiz

Mg heeft atoomnummer 12 en massagetal 25.
Het aantal protonen is
A
1
B
12
C
13
D
25

Slide 15 - Quiz

Cl heeft atoomnummer 17 en massagetal 35.
Het aantal elektronen is
A
1
B
17
C
18
D
35

Slide 16 - Quiz

Isotopen
Atomen met hetzelfde aantal protonen maar met een verschillend aantal neutronen heten isotopen.


Slide 17 - Slide

Isotopen

Slide 18 - Slide

Atoomnummer, massagetal en isotopen

Slide 19 - Slide

Wat is een isotoop?
A
hetzelfde atoom, andere massa
B
ander atoom, dezelfde massa
C
hetzelfde atoom, ander atoomnummer
D
ander atoom, hetzelfde atoomnummer

Slide 20 - Quiz

N-14 heeft 7 protonen en 7 neutronen.
C-14 heeft 6 protonen en 8 neutronen.
N-14 en C-14 zijn isotopen
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 21 - Quiz

Als er een neutron bij komt dan
A
Wordt het atoom nummer hoger
B
Wordt het atoomnummer lager
C
Wordt het massagetal hoger
D
Wordt het massagetal lager

Slide 22 - Quiz

Isotopen verschillen van elkaar in ...
A
Aantal protonen
B
Aantal elektronen
C
Aantal protonen en elektronen
D
Aantal neutronen

Slide 23 - Quiz

Hebben isotopen verschillende chemische eigenschappen?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

huiswerk

Slide 25 - Slide

Hiernaast de weergave van alfa-straling, ofwel een Helium-kern. Waar staan de getallen 2 en 4 voor?
A
2 voor het aantal protonen en 4 voor het aantal neutronen.
B
2 voor het aantal neutronen en 4 voor het aantal protonen.
C
2 voor het aantal protonen en 4 voor het massagetal.
D
2 voor het aantal neutronen en 4 voor het massagetal.

Slide 26 - Quiz

Zelfstandig werken
Maak 18, 19, 20, 23 t/m 27
10 minuten
In stilte
Je kunt geen vragen stellen

Slide 27 - Slide

Nu:
m&m practicum

Slide 28 - Slide

Instructie
Maak een goede opzet voor een tabel en een grafiek.
Na controle krijg je je m&m's 
Voer het experiment uit, vul direct je tabel
Laat je werk controleren
Eet de m&m's op.
Maak je poster af

Slide 29 - Slide

Volgende keer
Rekenen en aflezen van de halveringstijd

Slide 30 - Slide