6.5/6.6

Welkom!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Slide 1 - Slide

Planning
1. Magister
2. Terugblik
3. Leerdoelen van vandaag
4. Uitleg
5. Check
6. (Zelfstandig) werken
7. Afsluiten

Slide 2 - Slide

Terugblik

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven dat het netvlies staafjes en kegeltjes bevat. 
2. Je kunt uitleggen wat de staafjes en kegeltjes doen. 
3. Je kunt beschrijven hoe het oor in elkaar zit en welke functies de verschillende onderdelen uitvoeren.
4. Je kunt de weg die het geluid aflegt in het oor beschrijven.

Slide 4 - Slide

6.5 Het netvlies
In het netvlies liggen zintuigcellen die door licht worden geprikkeld.
Hierdoor geven de zintuigcellen impulsen af die door de oogzenuwen naar de hersenen gaan.

Het netvlies bestaat uit 2 lagen: een laag zintuigcellen en een laag zenuwcellen.


Slide 5 - Slide

6.5 Het netvlies
In de laag zintuigcellen liggen 2 soorten zintuigcellen:
- de kegeltjes
- de staafjes

Slide 6 - Slide

Staafjes:
- werken bij weinig licht
- je ziet contrasten in grijs en zwart-wit
- geen details
- in het gehele netvlies, behalve in de gele vlek.
- Lage drempelwaarde
Kegeltjes:
- werken als er veel licht is
- met de kegeltjes zie je kleuren
- een kegeltje reageert op rood, groen en blauw licht
- je ziet details
- liggen in en rond de gele vlek
- Hoge drempelwaarde

Slide 7 - Slide

6.6 De oren
In je oren liggen je gehoorzintuigen.
Hiermee neem je geluid waar.
In de oren liggen ook je evenwichtsorganen.




Slide 8 - Slide

6.6 De oren
Geluiden zijn trillingen van de lucht.

Als de lucht snel trilt, is het geluid hoog.
Als de lucht langzaam trilt, is het geluid laag.

Als trillingen een grote uitslag hebben, is het geluid hard.
Als trillingen een kleine uitslag hebben, is het geluid zacht.

Slide 9 - Slide

6.6 De oren
Vanaf een bepaalde hoogte hoor je het geluid niet meer: het geluid is dan te hoog.
Als je ouder wordt, kan je steeds minder goed hoge tonen horen.

De sterkte van het geluid wordt aangegeven in decibel.
De frequentie van het geluid wordt aangegeven in Hertz.


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

6.6 De oren
Oorschelp: vangt geluiden op, de geluiden gaan via de gehoorgang naar het trommelvlies, het trommelvlies gaat vervolgens trillen

In de gehoorgang liggen oorsmeerkliertjes die oorsmeer maken; dit houdt het trommelvlies soepel.



Slide 12 - Slide

6.6 De oren
Achter het trommelvlies bevindt zich de trommelholte.
in de trommelholte zitten de gehoorbeentjes: hamer, aambeeld en stijgbeugel.

Het trommelvlies brengt de gehoorbeentjes in trilling.
Eerst de hamer, dan het aambeeld en als laatste de stijgbeugel.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

6.6 De oren
De stijgbeugel ligt tegen het venster. Dit is een vlies in het slakkenhuis.

De gehoorbeentjes geven dus de trillingen van het trommelvlies door aan het slakkenhuis.

Slide 15 - Slide

6.6 De oren
Het slakkenhuis bestaat uit 3 kanalen die als een spiraal zijn opgerold. In deze kanalen zit een vloeistof.
Als het venster gaat trillen, dan gaat de vloeistof in de kanalen trillen.

In het middelste kanaal liggen zintuigcellen met haartjes. Als deze haartjes gaan trillen, ontstaan er impulsen.
De gehoorzenuw geeft deze impulsen door aan de hersenen.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

6.6 De oren
Buis van Eustachius
- verbindt de trommelholte met de keelholte.
- bij slikken en gapen gaat deze buis open: hierdoor kan er lucht van de trommelholte naar de keelholte gaan en omgekeerd.

Slide 18 - Slide

6.6 De oren
Evenwichtsorgaan bestaat ook uit drie kanalen de kanalen staan loodrecht op elkaar en bevat vloeistof.

Als je je hoofd beweegt, gaat deze vloeistof bewegen. Het evenwichtsorgaan bevat haartjes die dan ook gaan bewegen. Daardoor ontstaan impulsen. Deze worden naar de hersenen gestuurd.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Check: hoeveel ken je er?

Slide 21 - Slide

Werktijd: maken 6.5 en 6.6

Slide 22 - Slide