Klas 3 Hoofdstuk 3 WAT WEET JE NOG?
1 / 22
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoeveel Spanning staat er op het stopcontact in de Nederlandse huizen?
A
110 V
B
110 A
C
230 V
D
230 A
Slide 2 - Quiz
Met welke formule bereken je de capaciteit?
Slide 3 - Open question
Stroomsterkte
capaciteit
weerstand
spanning
vermogen
Ohm
Ampère
Ampère uur
Volt
Watt
C = I x t
P = U x I
R= U : I
Slide 4 - Drag question
Koppel de betekenis aan de juiste symbolen
spanningsmeter
LED
open
schakelaar
weerstand
spanningsbron
Slide 5 - Drag question
Door een lampje gaat een spanning van 6 Volt. Tom meest een stroomsterkte van 500 mA. Wat is de weerstand van het lampje?
timer
5:00
Slide 6 - Open question
Sophie heeft een apparaat voor zich staan. Zij gaat aan het apparaat meten. Zij heeft de volgende gegevens: U = 230 V I = 2 A.
Wat is het vermogen van het apparaat?
Wat is het vermogen van het apparaat?
timer
3:00
Slide 7 - Open question
380000V
1,5V
230V
9V
7,5V
Slide 8 - Drag question
Henk heeft een lamp van 12 W. De lamp brandt 4 uur per dag.
Wat is het energieverbruik van de lamp per jaar?
Wat is het energieverbruik van de lamp per jaar?
timer
3:00
Slide 9 - Open question
Wat is GEEN geleider van Elektriciteit
A
kraanwater
B
spa rood
C
zeewater
D
gedestilleerd water
Slide 10 - Quiz
Wat is de waarde van deze weerstand?
Slide 11 - Open question
Er staat 0,6A op de spanningsbron. Hoeveel stroomsterkte krijgt elk lampje?
A
0,6A
B
0,3A
C
0,2A
D
0,1A
Slide 12 - Quiz
Ramon wil meten hoeveel spanning er door zijn gemaakte stroomkring gaat. Hoe zet hij de spannigsmeter?
Slide 13 - Open question
Er staat 6V op de spanningsbron. Hoeveel spanning krijgt elk lampje?
A
6V
B
3V
C
2V
D
1V
Slide 14 - Quiz
Wat is de soortelijke weerstand van wolfraam?
Slide 15 - Open question
Hoeveel stroomkringen zie je hier?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quiz
Tom wil meten hoeveel stroom er door zijn accu in de stroomkring gaat. Hoe zet hij de Amperemeter?
Slide 17 - Open question
Er staat 6 Volt op de spanningsbron. Hoeveel spanning krijgt elk lampje?
A
6V
B
4V
C
3V
D
2V
Slide 18 - Quiz
Verplaats de juiste naam bij de juiste meter.
Ampèremeter
Multimeter
Voltmeter
Stroommeter
Spanningsmeter
Slide 19 - Drag question
Welk onderdeel van dit hoofdstuk heeft nog extra aandacht nodig?
Slide 20 - Mind map
Wat moet jij nog doen om een voldoende te halen?
