2A Stunde 18

Stunde 18
lesdoelen:
aan het einde van de les 
  • kun je haben / sein vervoegen
  • weet je welk znw welk lidwoord krijgt en waarom

1 / 25
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Stunde 18
lesdoelen:
aan het einde van de les 
  • kun je haben / sein vervoegen
  • weet je welk znw welk lidwoord krijgt en waarom

Slide 1 - Slide

haben 
ich habe - ik heb
du hast - jij hebt
er/sie/es hat - hij/zij/het heeft
wir haben - wij hebben
ihr habt - jullie hebben
Sie/sie haben - u heeft/zij hebben

Slide 2 - Slide

sein
ich bin - ik ben
du bist - jij bent
er/sie/es ist - hij/zij/het is
wir sind - wij zijn
ihr seid - jullie zijn
Sie/sie sind - u bent/zij zijn

Slide 3 - Slide

vul een vorm van het werkwoord sein in: ich ......

Slide 4 - Open question

vul een vorm van het werkwoord sein in: du .....

Slide 5 - Open question

vul een vorm van het werkwoord sein in: wir .......

Slide 6 - Open question

vul een vorm van het werkwoord sein in: ihr ......

Slide 7 - Open question

vul een vorm van het werkwoord haben in: ich .......

Slide 8 - Open question

vul een vorm van het werkwoord haben in: er .....

Slide 9 - Open question

vul een vorm van het werkwoord haben in: Sie .....

Slide 10 - Open question

geslacht znw

Slide 11 - Slide

mannelijk
DER
  • mannelijke personen en dieren

voorbeeld: der Mann, der Stier

Slide 12 - Slide

vrouwlijk
DIE
  • vrouwelijke personen en dieren
  • meeste dingen op een -e
  • woorden die eindigen op:    -heit, -keit, -schaft, -ung

Slide 13 - Slide

onzijdig
DAS
  • veel woorden die in het Nederlands het lidwoord 'het' krijgen
  • woorden die eindigen op    -  chen

Slide 14 - Slide

vul het juiste lidwoord in:
die / der / das Junge

Slide 15 - Open question

Vul het juiste lidwoord in.
die/ der / das Haus

Slide 16 - Open question

vul het juiste lidwoord in:
die / der / das Pferd

Slide 17 - Open question

vul het juiste lidwoord in:
die / der / das Adresse

Slide 18 - Open question

KB aan het werk
KB maakt de volgende opdrachten:
blz. 79: opdr. 18, 19, 20, 21, 23, 25
Stuur voor de volgende les een foto van de gemaakte opdrachten, via teams.

Slide 19 - Slide

Meervoud vormen TL (aant.)
  • mannelijk -> Umlaut + e
  • vrouwlijk -> + (e)n
  • onzijdig-> + e
  • mnl en onz. woorden die eindigen op -el / -er / en -> onveranderd
  • veel woorden op -a / -i / -o / -y -> + s
  • bij au komt de Umlaut op de a -> das Haus - die Häuser

Slide 20 - Slide

wat is de juiste meervoudsvorm van
Frau
A
Die Fraun
B
die Frauen
C
der Frauen
D
der Fraun

Slide 21 - Quiz

Wat is het meervoud van:
der Ball

Slide 22 - Open question

Wat is het meervoud van:
der Lehrer

Slide 23 - Open question

TL aan het werk
Maken: blz. 79: opdr. 18, 19, 20, 21, 23, 25. 
Ook de opdrachten uit de bijlage in Som.
Stuur voor de volgende les een foto van de gemaakte opdrachten, via teams.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide