Eerste les: Organen en cellen
1 / 11
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
levend
dood
levenloos
spelende hond
omgevallen boom
steen
plastic rietje
kruipende mier
katoenen broek
een lijk
water
Slide 2 - Drag question
welke levensverschijnselen ken je?
Slide 3 - Mind map
Alle cellen bestaan uit organen
timer
0:15
A
goed
B
fout
Slide 4 - Quiz
Wat zijn organenstelsels?
timer
0:15
A
Een deel van een organisme met 1 of meer functies
B
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
C
Meerdere organen die samenwerken aan een taak
D
Het kleinste onderdeel van een organisme
Slide 5 - Quiz
lever
dunne darm
hart
maag
long
luchtpijp
dikke darm
Slide 6 - Drag question
ademhalings-
stelsel
skelet
bloedvaten-stelsel
spierstelsel
zenuwstelsel
verterings-stelsel
Slide 7 - Drag question
Dierlijke cellen zijn cellen van?
A
planten
B
mensen en dieren
Slide 8 - Quiz
Wat hebben plantaardige cellen dat dierlijke cellen niet hebben?
A
celkern en celmembraan
B
celwand en bladgroenkorrels
C
vacuole en cytoplasma
Slide 9 - Quiz
Is dit een orgaan?
A
Ja!
B
Nee!
Slide 10 - Quiz
Een orgaan is een
A
deel van een organisme met 1 functie
B
deel van een organisme met 1 of meer functies
C
deel van een weefsel met 1 of meer functies
D
deel van een weefsel met 1 functie
