werkwoordspelling les 4

Vandaag maandag
  • Herhaling en oefening
  • Bespreken mondeling H2 mk. blz. 66,67 opdr. 1,2    
  • Oefening
  • Zelfstandig aan de slag
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vandaag maandag
  • Herhaling en oefening
  • Bespreken mondeling H2 mk. blz. 66,67 opdr. 1,2    
  • Oefening
  • Zelfstandig aan de slag

Slide 1 - Slide

Doelen:
Je kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen.
Je kan de persoonsvorm van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd correct spellen.

Slide 2 - Slide

Wat weten we nog?
  • Schrijf de regels op van de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.

Slide 3 - Slide

Wat weten we nog?
  • Schrijf de regels op van de persoonsvorm in de verleden tijd. Van de zwakke werkwoorden.


Slide 4 - Slide

Enkelvoud:
stam + te/de


Hij fiets(te)
Het vliegtuig land(de)
Meervoud:
stam + ten/den


Wij schaats(ten)
Wij brand(den) onze vingers bijna.

Slide 5 - Slide

Oefening
1. De storm verwoesten....) het tuinhuisje.
2. Het team (landen....) gisteren pas laat op Schiphol.
3. Hij  (bekleden.....) de stoel opnieuw.
4. De kinderen  (lachen....) toen hij weer eens mors morsen.
5. Ik (vermoeden...) dat al.

Slide 6 - Slide

Antwoorden Opdracht 1 blz. 66
acteren       acteerde       acteerden 
beslissen   besliste          beslisten
bloeden      bloedde         bloedden
grijnzen       grijnsde        grijnsden
groeien       groeide           groeiden
haasten       haastte         haastten
koppen        kopte              kopten


Slide 7 - Slide

kuchen           kuchte            kuchten
proeven         proefde          proefden
schminken   schminkte    schminkten
spelen            speelde          speelden
surfen             surfte             surften

Slide 8 - Slide

Bespreken mondeling H2 mk. blz. 66,67 opdr. 2  
Bespreken opdr. 5 blz. 37 (p1a)

Slide 9 - Slide

Aan de slag
- mk. blz. 67 opdr. 3,4,5  
- oefenen digitaal  cambiumned werkwoordspelling persoonsvorm verleden tijd  van de zwakke werkwoorden en persoonsvorm tegenwoordige tijd

Slide 10 - Slide