Literaire bouwstenen

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Mette?

Wat weet je nog over het verhaal?
Wie? Wat? Waar? Wanneer? Waarom?

1 personages

Wie is een nevefiguur?

2 Tijd

Wat is de kalendertijd?

Wat is de verteltijd?

1. 1 pagina
2. een kwartier
3. 5 minuten
4. een halfuur

Wat is de vertelde tijd?

1. 1 pagina
2. een kwartier
3. 5 minuten

Is het tempo traag of snel?

traag

snel

3 ruimte

Wat is de geografische ruimte?

1. Amerika
2. De haven
3. Antwerpen

Welke sfeer hangt er?

1. kil
2. angstig
3. romantisch
4. onbezorgd

Wat is de sociale ruimte van het gezin boevers?

1. arm
2. rijk
3. landbouwers

4 vertelperspectief

Welk vertelperspectief herken je?

1. vertellende ik
2. personele hij/zij
3. belevende ik
4. alwetende hij/zij