13.1 Hormoonstelsel, hypothalamus en hypofyse V5 2425

Paragraaf 13.1 Hormoonstelsel, hypothalamus en hypofyse
Endorfine
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 38 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 13.1 Hormoonstelsel, hypothalamus en hypofyse
Endorfine

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 13
let op: de meeste leerstof staat in paragraaf 13.1 en 13.2
de overige paragrafen zijn vooral toepassing van deze stof op verschillende hormonen.
Je moet die toepassingen wel begrijpen en uit de BINAS kunnen achterhalen.
Ik leg alleen 13.1, 13,2 en een stukje van 13.3 klassikaal uit.

Slide 2 - Slide

lesdoel 
Paragraaf 13.1: Leerdoel 1 en 2

Wat is een hormoon?
Wat is een hormoonklier?
Wat zijn de belangrijkste hormoonklieren?
Hoe werken hormonen?


Slide 3 - Slide

Leerdoel 1
Je beschrijft hoe hormonen hun doelwitorganen beïnvloeden


Slide 4 - Slide

Wat is een hormoon
Signaalmolecuul, dat wordt aangemaakt door een hormoonklier, dat wordt afgegeven aan en getransporteerd via het bloed en elders in het lichaam, bij een doelwitorgaan een effect heeft

Slide 5 - Slide

Klieren
Hormoonklieren zijn endocrien. Dwz dat het product van de kliercellen aan het bloed wordt afgegeven.

Endo=binnen

bv testis, bijnieren, schildklier

Slide 6 - Slide

Klieren
Sommige andere klieren zijn exocrien. Dwz dat het product van de kliercellen aan het uitwendige milieu wordt afgegeven (afvoerbuis).

Exo=buiten

bv zweetklieren, traanklieren, maagsapklieren

Slide 7 - Slide

Gemengde klieren
De alvleesklier en de testes werken zowel endocrien als exocrien.
- Noem de exocriene en endocriene producten van de alvleesklier
- Noem de exocriene en endocriene producten van de testes 

Gebruik eventueel je BINAS

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Voorbeelden van hormoonklieren

Hypofyse
, hypothalamus, schildklier, bijschildklier, bijnieren,
alvleesklier , eierstokken (ovaria), zaadballen (testes)

Slide 10 - Slide

Voorbeelden van hormonen

LH, FSH, insuline, glucagon, ADH, renine, aldosteron, oestradiol, progesteron, testosteron

Slide 11 - Slide

Doelwitorgaan
Hormonen komen via de bloedsomloop overal in het lichaam maar hebben alleen bij het doelwitorgaan een effect.

Slide 12 - Slide

Waarom reageren alleen de doelwitorganen?

Slide 13 - Slide

Leerdoel 2
Je beschrijft de rol van de hypothalamus en de hypofyse bij de samenwerking van het zenuwstelsel en het hormoonstelsel 


Slide 14 - Slide

Centrale aansturing van hormonen

In de hersenen zitten 
twee hormoonklieren:
De hypothalamus en de 
hypofyse.

Hypofyse

Slide 15 - Slide

Hypofyse achterkwab/neurohypofyse - hypofysevoorkwab/adenohypofyse

Slide 16 - Slide

Hypofyse achterkwab/
neurohypofyse
Hypofyse voorkwab/
adenohypofyse

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Neurohypofyse
Zenuwcellen
Bloedvat
Achterkwab
Voorkwab

Neurohormonen

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Adenohypofyse
Zenuwcellen
Releasing hormonen/
Inhibiting hormonen
Hormonen 
Achterkwab
Voorkwab

Hormonen 

Slide 21 - Slide

Hypothalamus
Zenuwcellen geven neurohormonen af.

Deze komen in de achterkwab van de hypofyse in de bloedbaan.

Slide 22 - Slide

Hypothalamus
Zenuwcellen geven Releasing 
Hormonen (RH) en Inhibiting 
Hormonen (IH) af.


Deze komen in de hypothalamus in de bloedbaan en komen daarna in de voorkwab van de hypofyse

Slide 23 - Slide

Hypofyse




In de voorkwab van de 
hypofyse wordt de hormoonaanmaak van hormonen gestimuleerd (RH) of geremd (IH). Deze hormonen gaan naar de rest van het lichaam.

Slide 24 - Slide

Hypofyse
Achterkwab=
Neurohypofyse

Voorkwab=
Adenohypofyse

Slide 25 - Slide

BINAS 89A
Schrijf bij de achterkwab de volgende gegevens:
Hormoon + doelorgaan


Slide 26 - Slide

Neurohypofyse
Zenuwcellen
Bloedvat
Achterkwab
Voorkwab

Neurohormonen

Slide 27 - Slide

Neurohypofyse
Zenuwcellen
Bloedvat
Achterkwab
Voorkwab

Neurohormonen
Oxytocine
Baarmoeder/borst

ADH
Nieren

Slide 28 - Slide

BINAS 89A
Schrijf bij de voorkwab de volgende dingen:
Hormoon + Releasing hormoon + doelorgaan.


Slide 29 - Slide

Adenohypofyse
Zenuwcellen
Releasing hormonen/
Inhibiting hormonen
Hormonen 
Achterkwab
Voorkwab

Hormonen 

Slide 30 - Slide

Adenohypofyse
Zenuwcellen
Releasing hormonen/
Inhibiting hormonen
Hormonen 
Achterkwab
Voorkwab

Hormonen 
GH (GRH)
Meerdere (bijv. botten)
ACTH (CRH)
Bijnierschors
TSH (TRH)
Schildklier
FSH (GnRH)
Ovaria/testes
LH (GnRH)
Ovaria/testes
LTH (LTH-RH)
Borsten/Hypofyse
LPH

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Negatieve terugkoppeling
Het hormoon remt indirect zijn eigen aanmaak.
Dan is er nooit teveel hormoon aanwezig.

Voorbeelden: BINAS 89C


Slide 33 - Slide

Voorbeeld 
+
+
+

Slide 34 - Slide

BINAS 89A
Schrijf alle woorden op die je niet begrijpt uit de rechter kolom.
Begrijpt je buurman/ buurvrouw ze ook niet?

Geef ze aan me door.


Slide 35 - Slide

Hormonen
Sommige stoffen in onze omgeving (eten, drinkwater) lijken chemisch zo sterk op hormonen dat ze bij de doelwitcellen dezelfde reactie oproepen, of de receptoren blokkeren. Dit kan schadelijk zijn voor de gezondheid.

Slide 36 - Slide

Lesdoel 13.2 
  • Je beschrijft de werking van de hypofysehormonen GH en ACTH (leerdoel 3)
  • Je beschrijft hoe steroïd- en peptidehormonen celprocessen regelen (leerdoel 4)


Slide 37 - Slide

Huiswerk
Maak opdrachten 13.1
Leerdoel 1 en 2.
Minimaal 1 'gewone' opdracht
per leerdoel


Slide 38 - Slide