Thema 14 Muziek - Verwerkingsvragen week 2
Wat is je favoriete muziek?
1 / 25
Items in this lesson
Wat is je favoriete muziek?
Slide 1 - Mind map
Welke muziek vind jij helemaal niet leuk?
Slide 2 - Open question
Het is ........... om rechts te rijden op straat.
A
verplicht
B
het resultaat
C
waar
D
bijzonder
Slide 3 - Quiz
Wie is jouw voorbeeld?
Slide 4 - Open question
We moeten opschieten.... We moeten ______ naar huis
Slide 5 - Open question
Het duurt even bij de dokter, we moeten wachten. Een __________ wachten.....
Slide 6 - Open question
Het is belangrijk dat je dat doet, dat MOET jij doen. Dit is __________.
Slide 7 - Open question
Mevrouw Janis inspireert me, ze is zo goed in basketbal. Ik wil net zo goed worden als zij, ze is mijn __________.
Slide 8 - Open question
In een heel korte tijd.
A
kort
B
snel
C
langzaam
D
lang
Slide 9 - Quiz
De bal ligt ...........de schommel.
A
onder
B
naast
C
op
D
in
Slide 10 - Quiz
Jij loopt op straat.
..................loop jij?
..................loop jij?
A
waar
B
hoe
C
welke
Slide 11 - Quiz
Maak een 1-2-3 zin met:
wonen
wonen
timer
1:30
Slide 12 - Open question
Ik ........... op mijn billen.
A
zitt
B
zit
C
ziet
D
zeit
Slide 13 - Quiz
De zon ...............
A
schijn
B
scheint
C
schijnt
D
schein
Slide 14 - Quiz
Vraag hem iets over muziek.
Hij .................alles!
Hij .................alles!
A
wet
B
weett
C
weet
D
weit
Slide 15 - Quiz
Stel een vraag aan je docent.
Slide 16 - Open question
uitgaan =
A
Naar een café of discotheek gaan.
B
Je wilt net zo goed zijn als die man of vrouw.
C
De lamp uitzetten.
D
Op visite gaan.
Slide 17 - Quiz
weten =
A
Een vaste plek waar je leeft
B
Licht geven.
C
Met je stem muzikale klanken laten horen.
D
Kennis hebben van iets
Slide 18 - Quiz
waar =
A
Op welke plaats
B
Om welke reden
C
Op welk moment
D
Verwijzen naar iets waar je eerder over hebt gesproken
Slide 19 - Quiz
Mijn school is in den Helder.
..................is jouw school?
..................is jouw school?
A
Waarom
B
Welke
C
Wanneer
D
Waar
Slide 20 - Quiz
Zullen we afspreken?
...........................heb je tijd?
...........................heb je tijd?
A
Waarom
B
Welke
C
Wanneer
D
Waar
Slide 21 - Quiz
Het is een leuk feest.
.....................kom je niet?
.....................kom je niet?
A
Waarom
B
Welke
C
Wanneer
D
Waar
Slide 22 - Quiz
....................dag is het vandaag? Maandag of dinsdag?
A
Waarom
B
Welke
C
Wanneer
D
Waar
Slide 23 - Quiz
werkwoord: zingen
Maak het hele rijtje: ik............, jij ..................., hij/zij .........., wij ........, jullie .......... zij..........
Maak het hele rijtje: ik............, jij ..................., hij/zij .........., wij ........, jullie .......... zij..........
Slide 24 - Open question
Wat is de naam van je docent?
