Thermische beveiliging en schakelingen

Thermische beveiliging en schakelingen

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een thermische motorbeveiliging, omkeerschakeling en ster driehoekschakeling is.

Introduceer de leerdoelen en leg uit waarom het belangrijk is deze te begrijpen.

Wat weet je al over thermische beveiliging en schakelingen?

Thermische motorbeveiliging

Een thermische motorbeveiliging is een apparaat dat een elektromotor beschermt tegen overbelasting en oververhitting.

Leg uit hoe een thermische motorbeveiliging werkt en waarom het belangrijk is voor de veiligheid van de motor.

Omkeerschakeling

Een omkeerschakeling is een schakeling waarmee de draairichting van een elektromotor kan worden omgekeerd.

Leg uit hoe een omkeerschakeling werkt en waarom het nuttig kan zijn om de draairichting van een motor te veranderen.

Ster-driehoekschakeling

Een ster-driehoekschakeling is een methode om de stroom van een elektromotor te verminderen bij het opstarten, om overbelasting te voorkomen.

Leg uit hoe een ster-driehoekschakeling werkt en wanneer het nuttig kan zijn om deze toe te passen.

Voorbeeld 1

Een elektromotor wordt gebruikt om een ​​pomp aan te drijven. De motor heeft een thermische beveiliging om oververhitting te voorkomen.

Geef voorbeelden van situaties waarin een thermische motorbeveiliging kan worden gebruikt.

Voorbeeld 2

Een machine vereist dat een elektromotor in beide richtingen kan draaien. Een omkeerschakeling wordt gebruikt om de draairichting te veranderen.

Geef voorbeelden van situaties waarin een omkeerschakeling kan worden gebruikt.

Voorbeeld 3

Bij het opstarten van een elektromotor is er een hoge stroom nodig, wat kan leiden tot overbelasting. Een ster-driehoekschakeling kan worden gebruikt om de stroom te verminderen.

Geef voorbeelden van situaties waarin een ster-driehoekschakeling kan worden gebruikt.

Quiz

Test je kennis met deze quiz!

Maak een korte quiz om te controleren of de studenten de belangrijkste concepten begrijpen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.